www.nnostress.tk
z e r o h e r o e s
Index
:::to the top:::
(... home / latest posts ...)
the manifest of zeroheroism
- :::nostress~sidelinks:::
-
www.flickr.com More photos in °null° zeropoëtry °/°
visit our l a b
::: the band :::
z e r o h e r o e s
and contributors
-
Antistresspoweet/Zhlanko
schaaflicht/slö
Willem Plugge
Absinth & Absence
J.D.Nelson
Dragan
Wosky
Jan Gergely
Bert Lezy
hm...
Bonzo The goD
John Penn
TinTin
Stefanie Van de Velde
Sophia Alix
cat
Herman J. Claeys
Sacha Warnberg
Mendes paleajed -
for you
links
Wednesday, February 25, 2004
Al wat ik schrijf is een druppel
Al wat ik schrijf is een druppel
Die genadeloos verdampt
In het langzaam ontrimpelende water
Jaja alles komt later
Voor immer in vrolijke beweging
Droef of stroef blij of bevrijd
Waar schuilt de waarheid?
Als ’t ni de jouwe of de mijne is?
Waar is waar? Vraagteken vaag teken
Nihil
Waar ’t begint is ’t waar
’t Is waar dat ’t eindigt?
In een frivole opmars
Een smalende lens
Een tierende kloof
Tussen rijk en arm
Gewapend gezegend
Abnormaal
Klauterend temidden
Van de levensgrenzen
Mezelf verliezend
In treurige tranen
En vals gelul
Van overbodige
Vriendschap en nachten
Vol ontiegelijk ontij
Schuchter de vensters
Van deze of gene wereld
Binnenglinsterend
Als een lieve hond
Die naar je
Toekomt
In rust vrede genegenheid
In zachte strelingen
Zie ik je waarheid
Kolkend draaiend
In mijn simpele
Tas koffie
Rondzwervend
Rondzwevend
Op lage fluittonen
Op bevrijding
Kaffeïne nikotine
Bevrijding
Een langzaam zuigen
Een tergend traag
Op zuigen
Van de waarheid:
’t Is allemaal geschreven
Waarom nog beginnen?
Als er toch nimmer
Een eind aan komt?
Zelfs niet
In de dood
Of ’t brekend
Verdriet achteraf
Wijlens ’t graf
Al lang
Gekend
Was
De tijd
Wikt tikt
Wreekt speekt
Het uit balorig
Ongetemd ongestemd
Onbruikbaar ongeneesbaar
Ondeelbaar en verscholen
In
De tragiese tederheid
Van mijn miljarden
Handen open
Bloeiend blij
En jij?
Ontvangend?
Dag 1: Intro
It’s all about the money. And I don’t think it’s funny...
...bleirt het hier door de MIKROKOSMOSRADIO. Tenminste één deedjee grolt ergens in het Antwerpse. Ik kijk door mijn raam en zie een volle maan. Auwto’s ruisen vier verdiepen lager. Onderaan mijn schermpje, lees ik:1:25. Mijn fikus doet het goed, dankjewel. Dansend. Haar bladeren trillen teder als in een zachte simfonie op de inschuifelende wind. Volauwtomaties. Geen punten of komma’s voor nodig. En ik doe helemaal niets. De toetsen zijn voorgeprogrammeerd. Ik zweer het je: mijn vingers vlinderen over het toetsenbord.
Als ik alles eens kon delen wat er in mij zat...
dan ging alles geheel buiten mij om. Ik vind dat een bedenking waard. Iets dat zich als een worm in de taal plooit: een onmogelijkheid: alsof woorden of grammatieka hun eigen vakbond zouden oprichten. Alsof letters, woorden, zelfs heeldere slierten zinnen een eigen bestaan zouden leiden in een afzonderlijke ontmenselijkte wereld. Deze taal is niet de mijne. Deze wereld is niet de mijne. Niets is van mij. En dàt is ondeelbaar! Maar ik heb het toch maar mooi neergepend. Ik wou mijn konklusies trekken. Maar ik werd er zelf afgetrokken...
Toen bleek dat het helemaal mijn konklusies niet waren.
Ach, ik speel maar wat. Je moet het radarwerk wat draaiende houden. Wie weet bereik je ooit wel eens de top. Of de andere kant van het universum. Het moest je maar eens overkomen.
Dag 2: Opgestaan met een depressie
Ik ben geen half uur wakker. De zon braadt de kiekens die nu in een stalen magazijn werken. Ik zie gruwelijke beelden van menselijke legbatterijen in mijn dromen. Loontje komt om zijn boontje, denk ik daar onmiddellijk bij. Want wat is het verschil tussen de gemiddelde kip en een maatschappelijk geknechte mens. Enerzijds, dwingen we kippen eieren te leggen in ontzielde omstandigheden. Anderzijds, dwingen we onszelf in een vergelijkbaar korset. We werken enkel nog om al onze schulden af te betalen in deze maatschappij. Werken voor ons huis af te betalen. Werken om onze auwto af te betalen. We mogen vooral teevee en wasmasjiene niet vergeten. En dit alles voor onze kinderen. Ja, we kunnen ons eigen dit niet kwalijk nemen. Het is nu eenmaal zo.
En daartegen, heb ik me steeds pogen te verzetten. Tegen een uitgehold westers sisteem. Tot mijn spijt, heb ik met mijn kleine handen de Moloch nog steeds niet kunnen doen vallen. Zelfs met onze verenigde handen, die van de gelijkgestemden, is het ons nog steeds niet gelukt. De oorlog gaat gewetensloos verder. De eenheid van ellende loert nog steeds om elke hoek. Het beest vertoont barsten. Het beest heeft over heel haar lijf vele verwondingen. Het wil echter maar niet terminaal omvervallen. En ik wordt daar niet echt gelukkiger om. Ik vreet mezelf op. Ik ga eraan tenonder. Ik zie zoveel wonderlijke mogelijkheden. Maar ik krijg absoluut geen steun van mijn medemensen. Ze geloven me niet meer. Over vertrouwen wil ik niet eens meer spreken.
Mijn ouders vertonen ronduit fasjistiese trekken. Een trend van deze tijden zullen we maar aannemen. Nogal wat zogenaamde vrienden hebben het allang opgegeven. Ze laten nauwelijks iets van zich horen. Vastgeroest. Hou je gedeisd. Hou je taai. Hou het stil. Heel stil. Ik heb jullie nochtans zo vaak uitgenodigd om deel te nemen. Aan feesjes, happenings, verbetering van de wereld. Maar jullie hebben je verkocht aan bezit en macht en ronduit zuivere blindheid. Of je hebt al een partijkaart. Of je komt er nog wel toe. Of je zal vluchten. Of je zal het allemaal te laat beseffen. Dat kan tellen als de zondvloed komt. Loontje komt om zijn boontje. Of denk je soms dat luiheid armoede uit de wereld helpt. Laat het me dan weten. Ik wens erin te doktoreren.
Mijn vader werkt nu in zijn malse hof. Hij heeft de lat van de zestig al gehaald. Mooi zo, beste man. Je vrouw ziet er versleten en kapot uit. Je twee kinderen zinken alsmaar dieper in de westerse mallemolen. Hopelijk, geniet je van de zon. Meer kan jij toch niet meer doen. Dat weten wij allang. Dus, een echt verwijt is het niet. Je bent ook maar produkt binnen deze megalomane legbatterij. Dat kan tellen voor vervreemding, hé? Dat je eigen zoon zulk een krasse taal neerpent. Wie gaat er nog over oordelen? Wie gaat er nog een skore punten op deze pagina’s? Niet god. Want die schrijft dit in hoogsteigen persoon. Niet een uitgever. Want die komt er niet meer aan te pas. Niet een leraar. Want die zijn allemaal eveneens op pensioen. Of aan het afkikken in een witte kamer.
Ronduit rankuneus! Het boek leest als een graf... Choose your own fucking future. Alles is toegestaan. Niets is de waarheid. Inhoud doet er niet toe. Psichologie. Massapsichologie. De verbeelding aan de macht. Alles is op schema. Ik zit erin. Ik kom eruit. Van de hak op de tak. Als de vogel maar niet te vroeg beseft dat hij gekooid is in het gevang van zijn eigen geest. Het zijn niet de muren van het gevang die ons een probleem bezorgen. Thoreau kan erover meespreken. Meer nabij op Vlaamse bodem heeft Roger van de velde zijn heilzame beleidenis geopenbaard. Wij leven enkel gevangen binnen de muren van onze eigen geest. Wij hebben simpelweg angst om vrij te zijn. Het is niet meer. Maar ook niet minder. En ik neem de vrijheid om hier mijn gal te spuwen. Laat het u smaken.
Buiten schijnt de zon. Ik zou moeten springen. De dode doesje in. Me even fris voelen. En dan richting distriktshuis om mijn dopkaart eindelijk op orde te brengen. Het is al de vijftiende. Daar gaan heel wat verlofdagen in kruipen, dus. Het zal mij een worst wezen. Net als een goed vlaams avondmaal. Een toevallige samenloop van omstandigheden. Wat is het verschil: Met je hoofd in de wolken? Of met je hoofd in de puree? Zo gaat het verhaaltje nu eenmaal. Als je baalt, dan baal je. Punt uit. Wat de wereld er ook van moge denken. Wees jezelf, vrank en vrij.
Kijk. Daar een spin die van het raamkozijn afzakt tot in mijn tiepmasjien, dat op het tapijt staat. Moet ik dat beest dan verjagen? Wie weet wat een wonderlijk web zal het wel niet weven? En zo gaat het ook in dit leven. Wie weet wat een web weef ik wel niet? Wie weet wat een web weef jij wel niet? Wel niet? Paradoksale taal. Je spreekt het éne uit. En het andere licht verborgen op in een allesomvattende schaduw. Het éne kan niet zonder het andere. De volheid en de leegte. Het levende en het dode. Het verschillende en het gelijke. Het lichte en het donkere. De tijd en de ruimte. Het hete en het koude. Het goede en het boze. Het schone en het lelijke. Het ene en het vele. Wij zijn slechts offer van de paren tegenstellingen.
Onlangs, gaf ik een zoveelste voordracht in kaffee de Muziekdoos. Elke tweede donderdag van de maand wordt er daar voorgedragen. Nadat de hoofdspreker er zijn ding gedaan heeft, kruip ik samen met enkele andere gegadigden het free podium op. Dank aan de goden dat Etienne ons al jaar en dag daartoe de kans geeft. Ja, Etienne. Ik ben blij om uwen langen baard. Als ik homo was, zou ik hem tot het einde der tijden afzuigen. Want in uwen baard, leeft gans de geschiedenis van Antwerpen, zoniet van gans de wereld. Elke troubadoer heeft bij u muziek mogen maken. Elke beginnende muzikant in het Antwerpse heeft bij jou meer als één kans gekregen. Poweet of theatermaker. Iedereen! Ze zouden voor u een standbeeld moeten oprichten. Bovenop de Waterpoort. Of aan ’t Scheld, vlakbij de Suikerrui en ’t Stadhuis.
Herman J. Claeys gaf me ter ere van de fijfstigste Muzeval een onwaarschijnlijke inleiding door te vragen waarom ik mij omgedoopt heb tot antistresspoweet. Wel, daar had ik een boompje over kunnen afsteken. Ik heb me er echter snel van afgemaakt. Ik zei simpelweg dat ik enkel een parodie trachtte te brengen op de Antirookmagiër. Daarover uiteraard later meer. Ik wil hier enkel even tijd nemen om ook Herman te bedanken. Mijn beste man, ge doet dat goed. Gij zijt diegene die dat daar organiseert. En ik ben niet de enige die dat geweldig vind. Je bent moedig. En daarbij denk ik onder andere ook aan je voordracht op het Muntplein ter ere van de Peaceparade. Oorlog is klote! En hoe oud we ook mogen worden, we mogen niet opgeven waakzaam en strijdend te blijven voor een vredevolle wereld. Elk steentje draagt daartoe bij.
Ik heb nog nooit een echt sombere Muzeval geweten. We zijn er altijd samen onder gelijkgestemde zielen. We hebben geroepen, gefulmineerd, geweend en gelachen. Maar aan warmte heeft het nooit ontbroken. De negenenveertigste Muzeval was voor mij evenwel een heel bijzondere. Wessel di Wesselli was één van de gastsprekers op het free podium. Het was de eerste keer dat ik die man in levende lijve mocht genieten. Ooit, had ik over diens perpetuum mobile een reportage gezien op Terloops. Toen was ik nog een piepkuiken. Wessel, voor mij was je toen de zoveelste freak. Nu nog steeds. A beautiful freak, weliswaar. Ik ben blij dat je leeft! Net zoals jij dat aan zoveel mensen al gezegd hebt. We gaan daaraan werken aan die werkende vredesenergieën! Kan kunst de wereld redden? Jep, samenkunst kan de wereld redden. Ik ben het volledig met je eens.
Nu, die avond bracht ik eveneens een voordracht, met name een ontwerptekst voor een toneelstuk. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat ik duivelse stemmen moeiteloos verstrengelde met hemelse: Ik ben stervend Afrika. Jouw AIDS en dat van de ganse mensheid. Ik ben een levend zelfmoordkommando. Jouw moslim en diegene die je weldra niet meer zien kan. Ik overstijg begrip en onbegrip. Kom voor in elke klip. Op televisie of in je bureel. Soms schiet ik tekort. Soms ben ik teveel. Soms ben ik spade. Dan weer truweel. Ik pier uit de grond. Gesterkt door vitamines en mineralen. Klaar om doorboord aan jouw haak te hangen. En verzwolgen te worden door een misleidde baars of snoek.
Ik ben gods laatste bestseller. Jouw meest geprezen verhalenverteller. De top van de eenzame berg. De tafelen in de Sinaïwoestijn. Het ultieme gebod en de verbreker van alle geboden. Vadermoordenaar en moederneuker. Een dief in een liefdeloze nacht, in een enig moment van onmacht. Ik heb het en gij weet het. Meer nog: ge wilt het terug. Maar hoe? Volgt ge mijn geboden? Of word gij net als ik een wreker? Verstokt, verstoken, met een krop in de keel. Of wordt dit alles je nu iets teveel? En verlaat je schichtig dit verlopen toneel? Het ronkt nu rijmelende woorden in je hoofd. Het raakt je en verlaat je. Niet zomaar zonneklaar of kristalhelder. Maar als genen gegrift. Slimmer dan jezelf. Gladder als een vis. Ichtus, lemniskaat of DNA-streng. Direkt, natuurlijk en vol ambisie.
Waar kan ik je heen voeren? Als er nergens heen te gaan valt? Als de weg alsmaar versmalt? In het rijk van je dromen, geef ik je kans te vliegen. En dan nog blijf je maar tuigen bouwen. Uit onzekerheid en blind vertrouwen. In machtsbeluste leiders. En pretensieuse schijnbevrijders. Zolang je je maar aan iets of iemand vastklampen kan. Televisie, auwto, vrouw of huis. Ik ben het licht dat je uit de duisternis leidt. Ik zit in je als een onomkeerbaar virus. Kom vandaag genadeloos uit de bus. In al weer een herkenbare eindhalte. Klaar om nogmaals te wachten op de volgende bus. Die misschien wel nooit komt. Verdoken in de wollen vacht van een eindeloze lus. Die de mensheid oneindig strikt. Gewikt, gewogen en doorgetikt. Net als een vervallen klok. Voor immer dezelfde rondjes draaiend. Tot de batterij op is, welteverstaan.
Ja, ik zit echt in je. En kom eruit als een onomkeerbaar virus. Een laaiende, schroeiende, onbedwingbare bosbrand. Een giegantiese, onstopbare asteroïde. Recht op de Aarde af. Ik ben het recht dat je geschieden zal. Ik ben het enige voorval. Ik ben je dagelijkse apokalips. Je dagelijkse vreugde. Je kornfleeks bij ’t ontbijt. Ik ben rusteloos en vol met vlijt. Neem ik deze planeet in. Net als alle voorgaande. Driftig en onstuitbaar. Bevrijdend. Beweeg ik je geest. Met twijffel en onmogelijkheid. Met honger en verdriet. Met beelden van armoede en volgevreten rijkdom. Ziekelijk en koortsig. Tast ik je grenzen af. Grenzen die er in de eerste plaats toch al niet waren. Ik ben een behoedzame vroedvrouw. Vanaf mijn geboorte al in rouw. Een zwartwit konneksie. Een onbevlekte gevangenis. A stream of consciousness.
Een voorproefje... Meer hoeven voorgaande paragrafen niet te betekenen. Maar op de après-powesie, hadden Wessel en ik een heel boeiende babbel over mijn toneelstuk. Jij vroeg me op de man af of ik me wel bewust was van het onderscheid tussen licht en duister. Je vond dat ik er eens over moest mediteren. Misschien, zou het wel nuttig zijn het geheel op te splitsen in verschillende stemmen of personnages. Ik overweeg het nog steeds, Wessel. En ik ben nog steeds verheugd dat jij niet zo één van die nepgoeroes bent. Jij bent misschien heel katoliek geïnspireerd. Maar, voor zover ik mij daar over mag over uitspreken, is jouw christelijke beleving één van de meest oprechte en wijze die ik ooit heb mogen ontmoeten. Ik blijf echter mezelf onderdompelen in paradoks. Als het leven zelf. Pas in de dood kunnen we onszelf daarvan bevrijden. Als je ’t mij vraagt.
Des nachts evenwel kwamen de doden wederom, met jammerlijk voorkomen, en zeiden: nog één ding, wij vergaten daarvan te spreken; onderwijs ons over de mens. De mens is een poort, waardoor gij uit de buitenwereld der goden, demonen en zielen intreedt in de binnenwereld, uit de grotere wereld in de kleinere wereld. Klein en nietig is de mens; reeds hebt gij hem achter u, en wederom zijt ge in de oneindige ruimte, in de kleinere of binnenste oneindigheid. In onmetelijke verwijdering staat één enkele ster in het zenit. Dit is de éne god van deze éne, dit is zijn wereld, zijn Pleroma, zijn goddelijkheid. Mens hier, God daar. Zwakheid en nietigheid hier, eeuwige schepperkracht ginds. Hier alles donkerheid en vochtige koelte. Daar gans zon. Dààr waar ik nu heen ga. Het distriktshuis is toch al toe. Een blauwe steen aan ’t Scheld blinkend in dezelfde zon zal al wel voldoen voor mij.
Yeah! Your captain spieking... We zetten ons hier weer in. In de navigasiestoel van ons vliegdekschip. Of van een ufo. Fasten your seatbelts! The nonnavigation spaceship is about to take off! In de volle terreur van een storm op zee, kan je toch niet meer spreken over een kapitein. Of misschien is iedereen aan boord dan wel een beetje kapitein? Kun je je het al voorstellen dat het altijd storm is? Altijd hier en nu in een kritiese toestand? Weet ge waarom we soms zinken? Omdat we teveel op ons eigen kapitein willen spelen. En dan komen we te laat voor het avondeten. Of we worden uiteindelijk in een donker bos door onze eigen hersenschimmen verkracht. Parabels mijn voeten! We hoeven er geen doekjes om te winden. We kennen onze eigen menselijke aard door en door. Om je er maar even aan te doen herinneren: It’s all the same fuckin’ day.
Kust mijn kloten, als ge ni afkunt wat ik te vertellen heb. Ik heb nog steeds het recht op vrije meningsuiting. Tot nader order, toch. En wat een geluk dat ik zo goed ben om orders na te leven. Zeker tijdens ne storm. En wat voor een storm: drie kwart van de wereld sterft nu al van den honger of van aids al onze reserves geraken stilaan op de lucht vervuilt alsmaar verder en we laten het vooral op z’n beloop... En ik zou mijne mond dan moeten snoeren? Of mijn pen niet meer mogen roeren? Goe zot zeker! Zij die geloven of liever nog: er op rekenen dat ik in stilte ga wegkwijnen. Ik ga ni stoppen met mijne mond open doen tot ik erbij neerval. Daarvoor, hou ik teveel van onze Aarde. Veel teveel. Teveel teveel.
Tijdens mijn wandeling, lag vlakbij kwaffeur Wakko een stoffig suikerbeertje op de grond. Een stuk van het hoofdje was het afgetrapt. Trok ’n beetje op Kennedy in Dallas. Ik was op weg terug van de Nix. Weer goe wa joints gepaft. Diene was weer aan het voetballen op zijnen xbox. Virtueel speelplezier op de teevee. Ieder kieze haar of zijn eigen slavernij. Alé, ’t is daar over ’t algemeen nen leuken boel. Dat draait misschien nogal vaak rond da diktatoriaal baksken. Maar ’t draait er nog meer om de mensen die er rond zitten. Wat wij samen al beleefd hebben in die leefruimte, is proper. Al zeg ik het zelf. Den MG zat er daarstraks ook. Ik heb wat over depressies lopen zeiken. Maar wel in de meest positieve termen.
Sja, al goed dat ze mij daar kennen. Als ik het in mijn ster krijg, kan de wereld er pekzwart uitzien. Meestal gooi ik op zo’n momenten mijn eigen ruiten in. Toch niemand om terug te smijten. Ik heb het altijd al beweerd: ge moet weten wat dat ge waar kunt doen. ’t Is allemaal een kwestie van fijngevoeligheid. Zesde zintuig. Zin zen. Thai Ming. Gelijk daarstraks aan ’t Scheld: alsmaar hoger reikend, trachtend elke porie te vullen... een zee die landinwaarts gedijt. Verrassend: het kantelpunt waarop de Schelde terug begint te zakken. Zoiets als bij het opkomen of ondergaan van de zon. Geklots van water. Zielerust. Licht breekt in goud. Een regenboog waait zich even over alles uit. Een uil kondigt de wisseling van de wacht af. Wijs beest.
dees is welverdiend (slö)
Het wisselen van de wacht is het meest interessante moment. Zowel voor klein peerke als voor uw lokale goeroe. Zowel voor dieven als voor mensen die met hun zatte kloten nog naar huis willen rijden. De Noorman weet er alles van. Ja, die gaat mij hier nog telefoneren. Of dat goei nieuws is, weet ik eigenlijk niet. Misschien, gaat me dat wat opluchting brengen. ’t Kan natuurlijk ook altijd resulteren in een avondje papperig en nutteloos gezaaag. Trippele a. Ja. Ge moe goe beseffen dat de Noorman al sinds mensenheugenis mijn meest betrouwbare kameraad is. Maar soms kan dien een stuksken afzagen. Dat komt ervan als ge altijd bomen van verhalen wilt opzetten... Gelukkig heeft dat langharig tuig voldoende vermogen tot relativering van wat hier geschreven staat. En vooral een gezonde dosis humor en ironie.
Al die figuren die ik hier noem, gaan nog terug komen. So don’t worry. Ik zal proberen iedereen aan bod te laten komen. Ik heb geen zin om dat hier te gestruktureerd te laten verlopen. Een dagboek als houvast. Dan kunt ge er tenminste nen knoop aan vastbinden. Of zoiets. In ieder geval. Ik heb ne schijthekel aan klassieke verhaallijnen. Einstein zei het al: tijd en ruimte zijn relatief. Da’s ni echt veel nieuws onder de zon: It’s like a movie. You escape for a while. From reality. It’s just a game. It’s just a short trip. It’s just like a movie. You jump in. You jump out. Met dank aan radio sentraal. Tijd en ruimte zijn relatief. Elk klein kind kan oe da vertellen. Elk kind doet dat konstant. Wat voor een ruimtetuig! En wat voor ne storm! Laat u fantasie maar de vrije loop.
Stabiliteit is het kenmerk van echt geluk. U zult zeggen: Maar het leven is slechts een aaneenschakeling van veranderingen: suksessen en mislukkingen, overvloed en armoede, vrede en oorlog, gezondheid en ziekte... Wij kunnen niet anders dan deze veranderingen ondergaan! Neen, neen, er kan oorlog uitbreken, u kunt ziek worden, u kunt ineens al uw geld verliezen, in de steek gelaten worden door uw man of uw vrouw, uw kinderen, uw vrienden, zonder op te houden gelukkig te zijn. Hoezo? Omdat ik spreek over een toestand waarin uw bewustzijnniet op het nivo van de gebeurtenissen blijft steken: voor iedere moeilijkheid, voor iedere beproeving vindt u een verklaring, een waarheid die u rust en troost brengt, want u bent tot op grote hoogte gestegen en u hebt geleerd hoe u naar de dingen kunt kijken. Men kan u beroven, vervolgen, maar aangezien u weet dat dit alles voorbijgaat en dat u onsterfelijk bent, dat niets u werkelijk kan raken, glimlacht u waar anderen weeklagen.
Keep on smiling... Alles is op schema. We hebben het skript zelf geschreven. Of dacht je soms van niet? Welkom in mijn dromenland. Ik heb er toch nooit rechten op gevraagd, doe dat nu nog niet en zal dat ook nooit doen. Ik neem toch niets mee in mijn graf. Of zoals een bekende dichter op zijn graftombe liet aanbrengen: treedt zacht want u treedt op mijn dromen. Ik zou eigenlijk begot noch niet weten wat voor begrafenis ik wil. Een feest. Dat mag je me niet misgunnen. Ik hoef niet echt een tombe. Maar mijn hoofd hoeft ook niet om de negentig of zo minuten in een baan rond de Aarde te draaien. Kremasie en verstrooïng is prima voor mij. Niet teveel gezever. Nog eens goed feesten, inpakken en wegwezen.
Schrijven is zo’n vlak land. Het is inhoud. Maar het gras en het groen zijn ook inhoud. Alles wat je maar kan doen of fantaseert, is slechts een keuze om de leegte in vorm te gieten. Schrijven is even veelzeggend als een appel die terug naar een boom vliegt. Wie weet heeft iemand die daar naartoe gesmeten? Wie weet zijn de gangbare wetten van de fisieka al lang gepasseerd? Ik steek mijn hand ervoor in een vuur, zo nodig. Ik zie dat schrijven hier als een soort meditasie. Meer niet. Een proses dat ik hier en nu met mezelf aanga. De beklaagdenbank is hier eeuwig leeg. Alles verandert hier nochtans konstant. Ik verga hier en nu in deze woordenstroom. Met mijn miljarden armen ten hemel. Met een knipoog.
Ik ben. Als in een interview. Met mezelf. En in al die eenzaamheid, heb ik mezelf opgeheven. Vind je ’t niet wat absurd? Knipogen naar jezelf? Alles en iedereen is voor mij een medium: een soort van spiegel voor mijn wezen: iets als een grensoverschrijdend narsisme: zowel goed voor de grijze massa, als voor de kunstenaaranarchist. Ik ben vervliegend als de wind. Onmerkbaar als de zon. In your fuckin’ face! Schroeiend en brandend. CFK voor het volk. DMT voor iedereen. Red de planeet. Vandaag, was het daarstraks overigens lachen op radio 1. Vraag voor een kwis: Hoe kwam Hofmann tot de ontdekking van LSD? A. Hij kreeg er per ongeluk een kleine hoeveelheid van op zijn huid. B. Hij probeerde op een proefdier. C. Hij gaf zijn kind er wat van om te testen of zijn nieuwe geneesmiddel wekte. No problem child: A. Ja!
Ik heb mijn luie kont dan toch maar wat opgeheft. Een mirakel. Daarstraks had ik de balle goesting ook maar een vinger uit te steken. Sja, ge moest de chaos hier soms eens zien. Alles door elkaar: sokken onder een stuk krant tiepmasjien op de krant de spin is ergens anders heen gespind aanmaningen van elektrabel boven een bord met uitgezwete restjes kaas soms blijft de afwas meer als een week staan alle afval door elkaar op een lam ritme van natuurlijke desintegrasie en reïntegrasie rommel alles is rommel au fond als ’t puntje bij paaltje komt een rommel die zich op vrij toevallige wijze herstruktureerd tot nieuwe vormen van orde die dan af en toe in het oog springen en dan maar zeveren dat kunst ingewikkeld is. Kunst is simpel. Dank u Tania.
Kunst is spel. Kunst is kunnen laten gebeuren. Kunst is observeren. Kunst is geen kunst. Kunst is happening. Art is everywhere. Over the edges. In de media. Publisity! Fluksus stroom let it roll baby! Situasionisme hier en nu. En zo schommelt mijn kot over en weer tussen een tijdelijk geforseerde orde zo je wenst netheid en een natuurlijke rauwe jungle. Het oerwoud en het beest zijn in mij. Ze zijn mijn primeire voedingsbodem om tot kreasie te komen. Oerwoud en beest veroorzaken kultuur. Wat sommige mensen hautein en totaal vervreemd als kultureel leven zien, lijkt mij veelal een veiligheidsoplossing. Nogal wat mensen hebben simpelweg angst om tot diepere waarheden door te dringen. Nogal higiënies. Nogal steriel.
Mijn moeder belde daarnet voor de tweede maal vandaag. Zoals elk goed beest, is ze nogal bezorgd. Denkt dat ik het alleen helemaal niet redden kan. Dààr zit misschien een grond van waarheid in. Maar vanuit haar steriele wereldbeschouwing is ’t gewoon een poging tot rekuperasie. Gezien het leven haar niet gebracht heeft wat ze wenste: een oude dag in het zuiden van Frankrijk. Niet onmogelijk. Ware mijn vader niet zo lomp geweest om op zijn woord terug te komen. Maar dat is nu eenmaal een trend in onze familie: je verwijt mensen dat ze hun afspraak niet houden en houdt ze dan vooral zelf niet. We zijn lang niet de enigen. Bovendien, moet je toch over iets kunnen lullen.
Tenzij de kwaliteit van mijn halfbroer zijn zaad plots wonderlijk verbeterd is, is het vooruitzicht voor de voortzetting van onze familienaam relatief klein. Gezien mijn alkohol+ en druggebruik ook al zulke ongezonde proporsies dreigt aan te nemen, is het einde nabij. Oef. Want fier ben ik er niet bepaald op. Onder de gegeven omstandigheden kinderen krijgen, geeft blijk van groot optimisme in de toekomst van de mensheid, overigens. Anderzijds, als je alle mensen op de planeet tot je familie rekent, overleeft er ten minste ergens wel een tak. Hoewel ik mijn moeder niet echt kan overtuigen van een dergelijke visie. Ze is danig door de propagandamasjiene van de politiek gebreenwasjt.
Voor haar part mogen alle islamieten branden. Ik ben een danig andere mening toegedaan. Hoewel ik haar begrijp: tot twee maal toe overvallen worden door mensen van marokaanse afkomst is geen lolletje. Alleen vraag ik mij af of die afkomst zoveel ter zake doet. We laten ons zo gemakkelijk verglijden in een diskoers volledig beheerst door grenzen en begrenzing: wij en hen. Terwijl we zelf evengoed in staat zouden zijn tot de gruwelijkste misdaden. De omstandigheden moeten er alleen wat gunstig voor zijn. Israëlies doen of tolereren ten minste op dit ogenblik eksakt hetzelfde wat de nazi’s vroeger met joden deden. Jenin heeft al vaak mogen bloeden. Misschien moet ik eens goed overwegen om me te laten omvormen tot islamiet?
Ach, ik had deze middag niet zo hard op mogen zijn. Ze kan ook niet echt doen dat ze is wie ze is. Ze heeft evenwel de keuze gehad om mij al dan niet op deze wereld te baren. Haar opvoeding zal ook haar parten hebben gespeeld. Net als mijn opvoeding mij parten speelt. Ik kan helaas niet anders dan af en toe stevig van mij af te bijten. Een generasiekloof, weet je wel. Ik ben blij dat ze me de winter door geholpen heeft. Anders had ik er nu niet meer geweest. Maar of dat nu ook weer zo goed is, dat weet ik niet. Ik overweeg minstens een keer per maand zelfmoord. Misschien zou het beter zijn er één van de keren gewoonweg komaf mee te maken? Vermoedelijk zou het een bevrijding voor me betekenen. Een totale bevrijding.
Ik loop met teveel plannen rond. Mensen beamen mijn goede ideeën, zowel als mijn goede intensies. Totdat het op realiseren aankomt. Ik ben een administratieve kluns. Geld vind ik sowieso al een onhandig medium. En hoe dat die maatschappelijke spelletjes zich ontplooïen is mij evengoed een raadsel. Ik snap de menselijke aard wel. Ik heb massa’s psichologie gelezen. Maar hoe het in hemelsnaam komt dat we er maar niet in slagen om wereldwijd op een waardige manier samen te leven? Ik begrijp heel dat spel wel. Maar het slaat me evengoed dagelijks met verbazing. Supreme jungle game: oerwoud in ’t kwadraat. Sja, hoe leer je leven met een balk in je ogen?
Dag 3: let’s get physical
Ze hadden van mij een pracht van een ambachtsmankunstenaar kunnen maken. Maar ze hebben gekozen mij met geld en sjekkeboek om te kopen. Mij te verkrachten met valse beloften en bedrieglijk spel. Misschien onbewust, vermoedelijk zelfs bewust. Na mijn lagere school, moest ik volgens het toenmalige PMS houtbewerking of iets dergelijks volgen. Dat kon mijn vader echter niet verkroppen. Ik moest en zou een degelijke richting volgen: klassieke talen. De gevolgen van die ronduit egoïstiese beslissing zijn desastreus! Temeer omdat ik in mijn derde middelbaar geroepen heb om naar kunstonderwijs te mogen. Geen leraar in die katolieke kutschool die me ermee gesteund heeft. Laat staan dat mijnen ouwe er graten in zag. Pijnlijk. Nu nog.
Ik wil echt ni tot sintjuttenmis blijten over gans mijn leven. Maar ik heb zin om ’t van mij af te schrijven. Ik heb nood aan mijn verhaal te vertellen. Meer ist ni. Ik besef heel goe dat er u veel erger dingen kunnen overkomen dan dat wat ik heb meegemaakt. Toch, kan mijn verhaal interessant zijn: hoe is die kerel geworden tot wat hij nu is? Welke weg heeft hij afgelegd? Enzoverderenzovoort. Wat maakt dat omstandigheden een mens zo kunnen verlammen bij momenten? Terwijl het voor een ander zo eenvoudig op te lossen lijkt, blijft die éne toch lamlendig zitten. Wat is dàt toch?
Mijn ouders hebben hun best gedaan. Ze zijn ook maar vertrokken vanuit hun opvoeding, hun eigen natuur en de gegeven maatschappelijke omstandigheden. Het plaatje gaat als volgt: Ze zijn allebij kinderen van den oorlog. Hun ouders, mijn grootouders dus, hebben hard moeten knokken om hun hoofd boven water te houden. Eén ding: Door de oorlog was er ook meer solidariteit onder mensen. Eén volk, één doel: onder het juk van de bezetter geraken. Mijn vader heeft nu nog trauma’s van de beruchte v2+bommen. Bij een minste gelijkaardige klank verlamd die van angst. Hoewel hij verwoede pogingen doet om dat alles te verbergen. Uiteraard. Boys don’t cry...
Mijn vader heeft ook zo’n debiele jezuitenschool gevolgd. Erna, heeft hij het geluk gehad voort te kunnen studeren aan dé universiteit. Hij is tandarts geworden. Jarenlang heeft hij als een beest gewerkt om ervoor te zorgen dat ze hem nooit zouden kunnen raken of neerhalen. Alles in funksie van zo veel mogelijk geld, stabiliteit en zekerheid. Hij heeft dat nauwelijks in vraag gesteld. Zelfs de manier waarop hij boeken kiest om te lezen (één van zijn favoriete vrijetijdsbestedingen), is erop afgestemd niet gekonfronteerd te worden met een mogelijk alternatief wereldbeeld. Alles moet voor hem eksakt en wetenschappelijk verantwoord zijn. Maar een goed gefundeerd boek over emosionele intelligensie bijvoorbeeld, laat hij naast zich neerliggen. Het zou zijn leven misschien overhoop kunnen gooien. En dat mag niet. Duidelijk? Laat ons dan maar niet eens spreken over spirituele, okkulte of religieuze boeken... Wat een armoede en verschraling...
Mijn moeder was, tot ik geboren werd, een ontwerpster van reklamepanelen en +affiesjes. Nu nog, merk hoe bekwaam zij is op kreatief vlak. En vooral hoe geduldig zij alles kan opbouwen. Helaas, toen ik geboren werd, moest mijn moeder huisvrouw worden van mijn vader. Mijns inziens, een giegantiese stommiteit. Het is absoluut niet bevorderlijk voor een gezond evenwicht in de gezinssituasie. Maar de tijden waren toen anders. Toen kon je je dat nog permitteren. En bovendien, wil mijn vader op allerlij mogelijke manieren zijn patriarchale status vrijwaren van welke konkurrensie ook. Dientengevolge, delft mijn moeder niet alleen het onderspit. Ook zijn twee zoons hebben er moeten aan geloven.
Ik moet dààr allemaal eigenlijk eens mee lachen. De gevolgen van heel die situasie zijn ronduit komiek: Ik wilde muziek leren spelen. En dat mocht niet. Ik wilde naar de scouts gaan. En dat heeft één dag geduurd. Mijn ouders vonden dat allemaal wat te sektaries. Ik kreeg een basketbalring van mijn peter. Mijn vader heeft nooit de moeite genomen om die te helpen ophangen, zelf kon ik het niet alleen. Toen was ik nog veel te jong. Kortweg: Ik mocht niets doen dat enig voorruitzicht gaf op een sosiaal leven. Dat voel ik nu nog. Ik heb dat vroeger allemaal niet gekend. Ik heb nu nog moeite om genegenheid te tonen of te ontvangen. Hoewel ik af en toe voor een grote massa op een podium sta, vlucht ik angstig weg van al teveel sosiaal kontakt. Dàt moet ge voor uw eigen eens proberen te fiksen! Pfff...
Zo, kan ik nog duizenden feiten resiteren over mijn jeugd. Ik vind het gewoon absurd. Schaterlachen is hetgeen dan in mij opkomt. Dààr is geen andere oplossing. Ge kunt dat die mensen ni echt kwalijk nemen. Er is geen dienst bij de stad voor, voor zulke ‘problemen’. God loopt hier ook ni in persoon rond om dat op te lossen. Ook is er geen toverfee met een magies stokje in de buurt. Alles komt neer op het volgende: het ligt allemaal in onze eigen handen. We zijn zelf godin en/of god. We maken zelf de stad en de staat uit. We zijn zelf de tovenaar en/of toverfee. We hebben zelf voor ons eigen levenssenario gekozen. En dààr kunnen we tegen strijden of met meegaan.
Dag: iedereen!
Michael Moore gezien. Op televisie. Duidelijk: We kunnen elks als individu een wereld van verschil betekenen. Letterlijk: zet je handtekening eronder. Niet twijfelen, gewoon doen. Burgerlijke ongehoorzaamheid zal immer een enorm machtig wapen zijn, machtiger dan een geweer. Een dode terug levend maken, is enkel mogelijk voor machtige yogi’s. Maar de blinden terug doen zien, is niet zo ingewikkeld. Als je begrijpt wat ik bedoel... We zijn in potensie allemaal machtige yogi’s. Of niet soms?
February 11, 2004 (67th anniversary of the Great Flint Sit-Down Strike)
An Open Letter from Michael Moore to George "I'm a War President!" Bush
Dag: glimlach!
Meer als één dag in één dag. Het begon allemaal vorig weekend. Een begin zoals elke dag dat wel heeft: veel te laat opgestaan. Me er uiteraard niet schuldig over gevoeld. Waarom zou ik? Wat is in essensie te laat? Of, hét begin? Sirkeltjes draaien en toertjes bollen, als je het mij vraagt. Lang leve het sirkuleir denken! Het begon dus allemaal vorig weekend. Ik zei het al. Laat opgestaan. Volgens de normen van de goegemeente: te laat. Goed dat ik er nog ben. Ten minste nog één mens die vrij mag rondlummelen. En dit zonder opgenomen te worden in de psichiatrie. Blij dat ik werkelijk kan toveren. Maar vertel het niet voort...
Ja, wat ik die middag verder heb uitgespookt. Joost mag het weten. Tussen haakjes: Ik ben dringend op zoek naar een vriend die Joost heet. Kandidaten mogen zich spontaan aanmelden, uiteraard. ’s Avonds echter, ben ik in Bar Tabac geëindigd. Goeie plek om je loodje neer te leggen. Maar ik was alweer niet te stuiten. De diedjé was niet komen opdagen. En daar zag ik wel graten in. Achter de draaitafel dan maar. De helft van de voorhanden liggende cd’s deden het niet meer. Dankzij god. Wie weet wat had ik anders niet voor zooi de eter in gesmeten?
Voor ik het goed en wel besefte was het zaterdagochtend, negen uur. Het kind achter de toog had wijselijk om halfacht de laatste zeugen buitengekeild. Negen uur, dus. Wij met ons tweeën naar de bakker. Ik heb haar dan maar getrakteerd op een croissant. Verassend hoeveel bakkers er hier toch nog in slagen een goeie variant van het hebbeding te doen verrijzen. Afscheid genomen van het lieve kind. En doorgestrompeld tot bij Jeanjaques. De zomer is er bijna. De nachten duren nog langer nu het licht het ook al langer begint te trekken. En dat merk je In de soete naam jezus! Op dit gezegend uur is het tijdens de winter vaak al afgelopen. Nu gaat de salsa simpelweg verder door. Eindelijk.
Toch, ben ik er niet zo lang gebleven. Op naar het standbeeld op de Groenplaats. Hoe ik er ben geraakt, slaat mij nu nog met de grootste verbazing om de oren. Misschien wel om dit hier te kunnen neerpennen? Verklaringen genoeg achteraf. Op voorhand totaal grillig en onvoorspelbaar. Ik ben dus één met het leven. Sja, blij dat den Ivo er ook zo vroeg doorkwam. Zoals steeds met een laaiende baard en schele ogen. Of lag dat deze maal aan de mijne? Niet dat ik dààr heeldere dagen spendeer... Wat ik dan in hemelsnaam loop te spenderen? Ik zou het werkelijk niet weten. Tijd? Bijzonder relatief, als je ’t mij vraagt.
Zelfs den Ivo ken ik niet zo goed. So what? Doet het er iets toe. De eerste keer was in Kate Wheelans. De volgende keren was je steeds op stap met een hond. Toen herkende je me niet meer. Tijdens de wereldbeker voetbal, kwaamt ge memorabel voorbijgeschuiffeld met nen bakster. Hilaries! Sja, ziekenhuizen zijn geen pretpark. Het Mechelseplein wel. Zeker als het voetbal is. Nog beter als de teevee het plots laat afweten. Alle licht zapt immer naar een sentrum weg. En het zwarte vlak dat overblijft, is altijd voor elkeen ontgoochelend. En bij Crazy Luka, had ik je ook al eens gezien. Zoiets.
Hoe dan ook was ik blij dat je er was. We hebben goe gelachen. Alhoewel ni al die toeristen dat zo goed zagen zitten. Daarvoor zijn het ook toeristen. Nen toerist die d’er vrolijk komt bijzitten, is toch gewoon genen toerist meer? Of heb ik dat verkeerd begrepen? Valt er eigenlijk wel iets te begrijpen? Anyway, ’t was d’er leuk met jou en met den Mohammed. Toffen Berber. En Hollands dat die spreekt! Inch'Allah. We zijn allemaal kinderen van god. Goed gesproken Mohammed! Ben ik dan verantwoordelijk voor al die kinderen? Ja, denk ik bij mezelf. En die doorgeflipte gast geeft jou zijn jas en al zijn geld. Yeahyeah! I seen god! Ik ook. So what? Je komt er nog wel achter.
Ik heb ook al een paar keer al mijn hebben en houden weggegeven. En weet je wat? Ik heb er nooit een moment spijt van gehad. Ik beschouw dat nog steeds als mijn meest leerrijke ervaringen. Hoewel alle ervaringen uiteindelijk even leerrijk zijn. Vooral het moment NU. Hopelijk, word gij net als ik nooit gekonfronteerd met die mannen met hun witte frakskes en dwangbuis. Ik heb nog al wel gasten in nen trip of dien demon speed zien blijven hangen... It’s not so funky. Maar je overleeft het. Net als de Nix en den MG. Ge hebt aardig wa tijd nodig om over die geflipte isoleerkamer heen te geraken. Maar ge overleeft het. Easy. Alleen wat tijd nodig in dit heel al om te beseffen dat het ni nodig is om tegen jezelf te strijden. Wat dat is allemaal onzen eerste refleks. Vechten tegen iets of iemand. Totdat ge beseft dat ge’t gewoon zelf altijd al waart.
Met de Mohammed, uwe frak en uw geld naar de grandbazar gelopen. Daar wat andere leeglopers ontmoet in de hal. En dààr hebt ge ze: de mannen met de zwartblauwe frakskes: sekuritihihihi. Allemaal d’eruit. Wat een imago! Wat niet voor het geld en de schijn? Dat ik ’t begot ni weet. En toen ben ik oe kwijtgespeeld Mohammed, profeet der Lage Landen. De metro ingedoken, richting stasion. Nog wat over de telefoon geflipt staan zeiken over de Nieuwe Tijd. Ik weet nog altijd ni wie ik allemaal aan de andere kant van de lijn heb gehad. Hopelijk, was ’t voor u evenveel fun als voor mij.
Ik had nauwelijks geld om de treinrit te betalen. Dus, waagde ik het er maar op. Ik poogde mezelf zoveel mogelijk beleefd uit te drukken ten opzichte van de kondukteur. Ik had er echt mee te doen met de man. Sjonge, wat moet ik naar alkool gestonken hebben. Ach, de man vulde wat zuchtend en klagend het nodige formuliertje in. En ging dan gewoon verder. Wat kon hij anders doen? Sja, soms doe ik gekke dingen als ik in een delirium van drank toef. Ik ben ver niet de enige in dit land. Alkool is nu eenmaal gemakkelijker te vinden dan een partner voor het leven... Alle romantiese idealen ten spijt!
Het duurde uiteraard niet lang alvorens ik met mijn hoofd op het tafelblad in slaap tsjoekte. God zij dank, was er een jonge gast die me in Gent Sint Pieters wakkerschudde. Moest jij niet in Gent zijn? A. Ja. Met prut in mijn ogen, strompelde ik verdwaasd de trein af. Mensen keken me wat vreemd aan. Ik begreep dat niet zo goed. Zó schabauwelijk zag ik er nu ook niet uit! Later, in ’t Trefpunt toegekomen, begreep ik waarom. Na me een pintje en ne ouwe jenever te hebben besteld, grasduinde ik wat in de Morgen. Toen ik echter naar het wc ging, viel mijne frang. In de spiegel, zag ik dat iemand me tijdens het slapen een stikker op het voorhoofd had geplakt. Eksakt op mijn derde oog. Een rond plakkertje dat goud blonk. Met daarop maat 45, nog wel presies mijn schoenmaat. Merkwaardig. Lollig. Begrijpelijk.
In alle geval, was het een goed idee van me een jenever te drinken. Ge komt daar helemaal terug van op uw positieven. Gazet zelfs kunnen uitlezen. Nog wat gewandeld aan water en groen. De vredesbetoging helemaal mislopen. De tientallen kombi’s van de politsie niet. Een beetje bevreemdend. Nog éne gaan drinken in den Damberd. Heeldere bierviltjes volgeschreven. Uitgeswingd totdat het avond was. Om acht uur dertig ’s avonds, begon er in de Vooruit, Gent (a)live. Nogal chaotiese bedoening. Maar zeker z’n tien euro entree waard. De tapdansperformans vond ik briljant. Een beetje eigenaardig zo tapdans tussen optredens van groepkens door. Vooral heel moedig. Me koest gehouden. Alles op m’n eentje. Nauwelijks met iemand gepraat. Enkel rustig de mensen geobserveerd. Zoals steeds, overigens... You gotta have a kinky feel for life...
we love oil kinky star recs tapdansfilms teruggelift beatlesfans en maroks hasjies beste aller tijden ’s nachs bij nix toegekomen sleutels kwijt bij gert gekrasjt luka zoeken naar Ivo Groenplaats Anoek Goa konneksie Bar t afterfeest didi de paris gemoedelijk tram 8 tram 15 lift maroks naar zazou goa geen lsd goeie joints Nete kabbelt indepijn kent men zijn vrienden kaffee plansjee den trein terug krasj bij gert na bangelijke pistolé’s kasteelplein. Opgekuist terras bar t coke badhuis stijve sfeer ezels telefoon Stijn do it dinsdag writers blok kinderen spelen propjes smijten en bam amateurkunsten de schroef aan ’t stasion als kwin vreet ik mijn mijn op plus groot feest enz.
Bieke, da’s dus ‘tgeen da ge ni moogt doen. Op dit moment in mijn leven verliefd op mij worden. En ge doet het toch. Papa en Mama voor al onze zusjes en broers? Al even gek als ik. Ik hou ook van u. Maar khou van alle mensen. Van teveel mensen. Ik hou van u. En gij gaat met mij mee. Weet ge wel welke dimensies ge voor ons opentrekt? Totale anarchie. ‘kHeb er geen andere woorden voor vrije liefde doorheen al onze zintuigen. Ik zit nog niet eens in de hoeksteen van onze samenleving. Ik ben de hoeksteen. Maar niet zonder dié zes of zeven miljard anderen. We zijn allemaal gedragsgestoord èn karaktergestoord. Tegelijk! We geven aan onszelf les. Onzinnig. Nukkig. Prachtig gestoord.
Woord tegen woord. Woord aan woord leunend. Elkaar de machteloosheid ondersteunend. Een oerschreeuw tegen mijn muur schreeuwend foto’s van Irak in brand. Een afgehakte hand. De rest van ons lijf verkoolt in de eeuwige droefnis die gij en ik voelen. Wij allemaal. Gans de planeet. Ook die zotten die blind achter het geld aan lopen. Een wereld gevloerd in aanbidding van het woord als afbeelding van de daad. En wat een vloer. Heeldere mandala’s en boeddha’s die geschift achter en door elkaar schiften als gloooiende lijnen regen die eindeloos neertrilleen in de plooien van onze huid. Daarvoor hoefden wij niet eens te ontwaken uit deze droom. Broos leven als een enveloppe temidden van de dode oneindigheid. Return to sender. Dans minstens éénmaal per dag om je as heen. En zie hoe alles om jou heen spint, om je sentrum. A. Ja. Jij bent hét sentrum. Jij bent de hoeksteen! Ster...
Always ahead
In welk moment ik er hier van het verhaal inschiet... Ik weet het niet. Ik kan me amper gisteren herinneren. Laat staan twee uur geleden. En des te naderbij de tijd begint te komen... Des te minder ik er mij van herinner. En temidden die korte en lange scherven herinnerindingen, kom ik jou dan tegen. En jij herinnert mij aan een totaal ander deel van het verhaal. En wat moet ik daarmee? Niets! Nauws, jij bent ook de meest vrolijke mens op de Aarde. Das Hitlermaus sturmt vorbei. A. Ja. Wir allen blij. Interruption Mickey Ma Housse.
‘Moet het dan verstaanbaar zijn?’ Ik hoor het mij nog door de telefoon roepen op radio Sentraal. En jij was erbij. Goegie, wij zijn echt de laatste hippies. We hebben dan ook nooit echt eerst willen zijn. Echt wel. Maar niet eerst. Wel eerstens gestopt met zoeken. Ere wie ere toekomt. Oorspronkelijke punks reïnkarneren ook. We rock the times. The times rock us. Wat we kunnen, is wat we kunnen doen. Proeve daarvan deze pagina’s. Als appelsienen die naar druiven smaken, of slogans naar kweeperen. Of de dood naar weleer. Eeuwige ommekeer. Maar het was geen rood mijnheer de agent. Flauwe kul. De regels zijn er als je ze voelt. En als je bloedt. Middeleeuwen of geen middeleeuwen. Met vallen en opstaan gaan we vooruit. Een banana-enschil is een uitzondering.
Ach, het mag niet van het genie. Maar het zijn godverdoemde god vervloekt zichzelf de genieën die bepalen wie er geniaal is. Getuige daarvan de vele mirakelen. De mirakelen zijn hier zelfs niet misplaatst. En nog meer dan het onbegrijpelijke regeren de mirakelen ons leven. Wààr wilt ge dan nog naartoe? Als de wolken en frutregen openbreken in klaarheldere zon en stil verdampende regenboog? Vertel mij wat. Alsof het de onredelijkheid om je hoofd klettert. Geen zorg. Dat doet het toch al. God zij dank zijn er dan toch nog de professoren! En god zij dank zijn het de goden die bepalen wie god zijn. En als er maar één god is, bepaalt die dàt toch lekker zelf. Ga naauw wat tegen dàt monopolie lopen zeiken!
Goegie: Ik hou van jou, fantasie van een griet. In A majeur. Omdat jij begrepen hebt wat drie derde nog niet eens vol heeft kunnen maken. Omdat jij de wiskunde wegsijfert in een lappendeken waaraaan jij god weet hoelang al aan aan ’t breien euh haken bent eens de sfeer op dan weer neer zo gaat dat leven wel de ene keer naai je snel de andere keer heb je het plots warm in de winter: tata!! ’t Is als in een opgepepte wals: tegennatuurlijk. Ieder haar kunde. En de uil die dat niet ziet, kijkt de verkeerde kant uit. Waarom zou ik me in hemelsnaam nog met kat en muisspelletjes moeten bezighouden? Ik dwarrel in het maanlicht ogen die stiekem de daken van de huizen licht. Ik kabbel voort als een stroom die kiezels voor je droomt.
Tintelend zuiver water treedt als nakende vingers over pianotoetsen versnellend plooibaar repertoir altaar HALT DAAR ziehier een sakraal moment! Gegrom rondom kolom. Klotentotem! Er wordt geen kritiek geduld op de totemleider! En het feest is nog maar net begonnen. Och arme gebrekkige mensheid. Storm op zee! En je hebt nog maar pas een schip uitgevonden? Hoe durft gij dan tot in de hoogste toppen der bergen laten weergalmen dat gij de Aarde veroverd hebt? Mikrobe! Als een wonderlijke bloem die dweilt in de schoonheid van de tijd... Niet te min om te stralen. En waarom niet stralen als een kind? We zijn toch allemaal kind geweest? En fuk’all. We zijn dat immer geweest. Forever young, my dear.
Ik hoest hier de longen uit mijn lijf. Stoppen met roken is een redelijk verzoek. Verzoek jezelf. Alles wat je zegt, ben je zelf. Ik had dat te snel begrepen. En alles begon voor mij op niets te rijmen. Zoals een robot die met je praat. Doe eens wat aan die eenzaamheid, jongeman. Jawel, mijnheer de blikken doos. Naamkaartje of rapport, één en hetzelfde prikbord. Een herinnering voor de eenzamen. Sja, eenzaam zijn doe je nu eenmaal niet alleen. Kripties. Heel kripties. Helemaal stripties. Naakt wil ik mij tonen. Zonder mijn stinksokken. In een puur moment van triomf. Overwinning op de leegte van het algemeen verderf. Een overwinning van niets. Een overwinning op niets. Naamloos en schaamteloos bloot.
Immer voorwaarts
Er ligt hier een oude man opgekrompen als een kind in mijn sofa die niet eens de mijne is. De oude man is net over de fijftig en fransman. Hij heeft een doorgroefd overbeproefd gezicht. Niet dat ik door de duisternis heen kan kijken. Rode wijn is echter heilzaam voor je hart. Hij heet trouwens Chris-Eric Crické. What’s in a name? Al sinds zijn geboorte troebadoer. Heeft nooit geld van de staat aangenomen! Geen dop. Geen bestaansminimum. Leeft al jaar en dag van liedjes zingen, franse chanson. Ok Aux Champs Ellysées hoort niet in La Rocca thuis. Maar ’t kan mega veel fun zijn. Meer rode wijn echoët het festijn. Maar dien heeft dus echt één glas wijn voor me klaargezet! Stond simpelweg op me te wachten op mijn salontafel die niet echt van mij is...
Waarom bied ik die mens onderdak? Eén: ik heb hem al eens een maand bij me laten slapen. Twee jaar terug, net voor ik naar Spanje vertrok met mijne piknikzak. Honderd persent betrouwbaar. Dat wist ik al voor ik hem de eerste keer binnenliet. Ik voel namelijk. Twee: ik heb respekt voor iemand die al meer als dertig jaar dertig jaar! op een ietwat alternatieve manier door dit leven bolt zonder steun te trekken. Drie: ik wil hem helpen om zijn laatste twintig dertig jaren goed in te zetten. Deze man hoort niet op straat. Weer iemand waarvoor ze een standbeeld zouden moeten oprichten. Of heb ík hier iets misverstaan?
Zie. Daarnet zat ik met Hanne op kaffee. Toen we de Scene kwamen binnengelopen, kreeg ik een milde kopstoot. Niets ergs, zoals zacht tegen een deur lopen. Alleen dat dit niet aan mijn eigen lompigheid lag. Eerder aan de blindheid van die mens. ‘Ik ken jou wel!’, siste hij me nog na. Ik heb het gelaten voor wat het was. Geen woede pff, waarom zou ik nog?, geen andere wang ik ben nog net niet gek genoeg. Ja, hij kende me nog van een jaar geleden in den Hopper. Hij zat samen met een vriend en diens vriendin aan tafel. Ik was strontbezopen. Teveel ron de Cuba, Havana. Op strooptocht, al een week lang. Wegens het feit dat ikzelf zonder reden ineengeslagen was op straat een week ervoor. Door mijn eigen volk, overigens. Ik vond dat die twee gasten wat grof waren op die griet. Ik bemoeide mij. Luidruchtig. Snerpend. Verbaal ideaal. Ik werd uit den Hopper buitengezet. En zij konden gaan neuken. Zo klassiek als ’t straat.
Dat ik mij ’s anderendaags in den Hopper ben gaan verontschuldigen. Ik vind nog steeds dat ik in mijn recht was. Maar ik had daarom niet heel ’t kaffee moeten wakkerbrullen. A gentleman walks, but never runs. Zo verdomd ingewikkeld is het niet. Wat erin zit, komt eruit. Kopstoot, dus. Nogmaals, een heel tedere botsing. Meer was het niet dan een kwestie van geduld. Als je goed kijkt, weet je wat de hoekstenen zijn. Als je goed onderscheidt, snij je moeiteloos het kaf van ’t koren. Loontje komt steeds om zijn boontje. Ons leven draait in onzinnige sirkels. Ik ben blij tenminste al de sirkels te kunnen onderscheiden. In de maan, of in de zon. Dag, of nacht. Licht, of duister. Alles leeft kontinu. We mogen vooral de moed niet laten zakken. Of, altans toch niet al te lang. Elke straat vergaat nu eenmaal. Wie schrijft, die verdwijnt... In het gesnurk van een oude fransman. Le sacré alchimiste!
Nacht dertien
Ik hou de tijd niet echt meer bij. Morgen, komt den Didi de Paris in de Muziekdoos optreden. Ik ben eens benieuwd. Ik heb al met je gesproken, maar je nog nooit live gezien. Optreden. Ge maakte zulk een zachte indruk op mij op de afterparty (van We Love Oil) in Bar Tabac. De beste punks vertederen uiteindelijk toch tot een soort van kinderlijke eenvoud. Denk ik dan. Elke leeuw vergrijst. Maar je kiest zelf voor je eigen vergrijzing: éminence grise oú simplicité fabuleuse... Denk ik dan?
Soms, staat een mens voor voldongen feiten. Op wie te stemmen? Bvb. Ik stem al jaar en dag op mijn blote voeten. Beste gok, als je ’t mij vraagt. Niets nieuws onder de zon. Weer. Keer op keer. Onbegrepen humor. Zo schreinend dat je soms spontaan zou beginnen schaterlachen. Om al de heisa voor dé verkiezingen. De hausse. De voorspellingen. De peilingen. De propaganda. De kommersie. De platvloersheid. Op welke partij kan je nu stemmen als je voor het afschaffen bent van alle reklamepanelen? Heb je al eens gezien hoe die stapel propaganda tientallen bomen telt? Hoe iemand ze persoonlijk velt? Uit ekonomiese overwegingen? Zuiver overleven in de moderne jungle? Laat iedereen zich persoonlijk voorstellen.
Op internet. Verbied al die lelijke panelen niet. Maar maak de alternatieven aantrekkelijker. Schaf de partijen niet af. Hef de deling en de verdeling integraal op. Geef alle mensen individuele vrijheid. Zelfbeschikkingsrecht. Een komplete winwin situasie. Een VNdiktatuur. Onbevredigend partituur. Verkapte stilte. Versneden groen. Orale drift. Niet niets. Niets. Dan vreugde. Dans.
Sja, waarom drogeert een mens zichzelf? Waarom is een klotevraag. Een klote vagina. De vagina kloten. Amen!
Muzikaal optreden
Het zat er al enige tijd aan te komen... Een liedje zingen. Al bij al, stelt het weinig voor. Je zingt gewoon. Dat heb ik dan gisterenavond gedaan bij de Sprekende Ezels. Ons jubileum stond in het tema ‘doe eens iets wat je normaal niet durft’. Ik met mijn gitaar het podium op. Als eerste dan nog. Waarom niet? Omdat een mens nu eenmaal moet durven inkrimpen. Al die sjit van je grenzen steeds te verleggen... Verwarring. Een wild pompend hart voordat je het podium opsluipt. Vibrato in je stem. Wat een boeiende aflevering. Lang leve de uitdaging. God zij dank dat we regelmatig uitgenodigd worden om eens iets anders te doen.
Stijn ge zijt geweldig dat ge ons met de Sprekende Ezels mee op avontuur neemt. Kunt ge u voorstellen dat we simpelweg in kaffee de Scene begonnen zijn met onze huistuinenkeukengedichjes? En dat we nu gevraagd worden om op de meest gekke plaatsen voor te dragen? Iedereen van de Ezels is volgens mij immens moedig. Dat we dat aan het doen zijn. Verbazend. Verbluffend. Mr. Bob Bitchin’. Een verloren gelopen trukker in Antwerpen? Stoffel hoe ben je ooit op die sketsj gekomen? Standup comedy leeft in Vlaanderen. Komt dat zien! We zijn een leuke bende... Een kreatief broeinest.
Melanoom hangt over België. De kanker zit overal: op de radio, bij de apoteker, in de vlekken op je huid. Een sensibiliseringskampagne, noemen we dat dan. Mijn gevoelige zintuigen die overal gebombardeerd worden met overinformasie. Twee derde van de eter zit vol met nieuws, schijninformasie, als je ’t mij vraagt. En verder, reklame voor het merendeel over sjitprodukten. Het beste afwasmiddel is een biologies. Maar pas op ’t moment dat jij en ik, de konsument bewust kiezen en dat spul massaal kopen, dan pas heffen die luitjes in die luie en logge multinasionals hun luie kont op om dat aan te pakken. Omdat ze het dan pas in hun verkoopssijfers voelen. Waanzin! Om over het overaanbod schijtmuziek nog niet eens te hebben.
mmmmmmmmmmmmmmmmmm
It’s all about the money. And I don’t think it’s funny...
...bleirt het hier door de MIKROKOSMOSRADIO. Tenminste één deedjee grolt ergens in het Antwerpse. Ik kijk door mijn raam en zie een volle maan. Auwto’s ruisen vier verdiepen lager. Onderaan mijn schermpje, lees ik:1:25. Mijn fikus doet het goed, dankjewel. Dansend. Haar bladeren trillen teder als in een zachte simfonie op de inschuifelende wind. Volauwtomaties. Geen punten of komma’s voor nodig. En ik doe helemaal niets. De toetsen zijn voorgeprogrammeerd. Ik zweer het je: mijn vingers vlinderen over het toetsenbord.
Als ik alles eens kon delen wat er in mij zat...
dan ging alles geheel buiten mij om. Ik vind dat een bedenking waard. Iets dat zich als een worm in de taal plooit: een onmogelijkheid: alsof woorden of grammatieka hun eigen vakbond zouden oprichten. Alsof letters, woorden, zelfs heeldere slierten zinnen een eigen bestaan zouden leiden in een afzonderlijke ontmenselijkte wereld. Deze taal is niet de mijne. Deze wereld is niet de mijne. Niets is van mij. En dàt is ondeelbaar! Maar ik heb het toch maar mooi neergepend. Ik wou mijn konklusies trekken. Maar ik werd er zelf afgetrokken...
Toen bleek dat het helemaal mijn konklusies niet waren.
Ach, ik speel maar wat. Je moet het radarwerk wat draaiende houden. Wie weet bereik je ooit wel eens de top. Of de andere kant van het universum. Het moest je maar eens overkomen.
Dag 2: Opgestaan met een depressie
Ik ben geen half uur wakker. De zon braadt de kiekens die nu in een stalen magazijn werken. Ik zie gruwelijke beelden van menselijke legbatterijen in mijn dromen. Loontje komt om zijn boontje, denk ik daar onmiddellijk bij. Want wat is het verschil tussen de gemiddelde kip en een maatschappelijk geknechte mens. Enerzijds, dwingen we kippen eieren te leggen in ontzielde omstandigheden. Anderzijds, dwingen we onszelf in een vergelijkbaar korset. We werken enkel nog om al onze schulden af te betalen in deze maatschappij. Werken voor ons huis af te betalen. Werken om onze auwto af te betalen. We mogen vooral teevee en wasmasjiene niet vergeten. En dit alles voor onze kinderen. Ja, we kunnen ons eigen dit niet kwalijk nemen. Het is nu eenmaal zo.
En daartegen, heb ik me steeds pogen te verzetten. Tegen een uitgehold westers sisteem. Tot mijn spijt, heb ik met mijn kleine handen de Moloch nog steeds niet kunnen doen vallen. Zelfs met onze verenigde handen, die van de gelijkgestemden, is het ons nog steeds niet gelukt. De oorlog gaat gewetensloos verder. De eenheid van ellende loert nog steeds om elke hoek. Het beest vertoont barsten. Het beest heeft over heel haar lijf vele verwondingen. Het wil echter maar niet terminaal omvervallen. En ik wordt daar niet echt gelukkiger om. Ik vreet mezelf op. Ik ga eraan tenonder. Ik zie zoveel wonderlijke mogelijkheden. Maar ik krijg absoluut geen steun van mijn medemensen. Ze geloven me niet meer. Over vertrouwen wil ik niet eens meer spreken.
Mijn ouders vertonen ronduit fasjistiese trekken. Een trend van deze tijden zullen we maar aannemen. Nogal wat zogenaamde vrienden hebben het allang opgegeven. Ze laten nauwelijks iets van zich horen. Vastgeroest. Hou je gedeisd. Hou je taai. Hou het stil. Heel stil. Ik heb jullie nochtans zo vaak uitgenodigd om deel te nemen. Aan feesjes, happenings, verbetering van de wereld. Maar jullie hebben je verkocht aan bezit en macht en ronduit zuivere blindheid. Of je hebt al een partijkaart. Of je komt er nog wel toe. Of je zal vluchten. Of je zal het allemaal te laat beseffen. Dat kan tellen als de zondvloed komt. Loontje komt om zijn boontje. Of denk je soms dat luiheid armoede uit de wereld helpt. Laat het me dan weten. Ik wens erin te doktoreren.
Mijn vader werkt nu in zijn malse hof. Hij heeft de lat van de zestig al gehaald. Mooi zo, beste man. Je vrouw ziet er versleten en kapot uit. Je twee kinderen zinken alsmaar dieper in de westerse mallemolen. Hopelijk, geniet je van de zon. Meer kan jij toch niet meer doen. Dat weten wij allang. Dus, een echt verwijt is het niet. Je bent ook maar produkt binnen deze megalomane legbatterij. Dat kan tellen voor vervreemding, hé? Dat je eigen zoon zulk een krasse taal neerpent. Wie gaat er nog over oordelen? Wie gaat er nog een skore punten op deze pagina’s? Niet god. Want die schrijft dit in hoogsteigen persoon. Niet een uitgever. Want die komt er niet meer aan te pas. Niet een leraar. Want die zijn allemaal eveneens op pensioen. Of aan het afkikken in een witte kamer.
Ronduit rankuneus! Het boek leest als een graf... Choose your own fucking future. Alles is toegestaan. Niets is de waarheid. Inhoud doet er niet toe. Psichologie. Massapsichologie. De verbeelding aan de macht. Alles is op schema. Ik zit erin. Ik kom eruit. Van de hak op de tak. Als de vogel maar niet te vroeg beseft dat hij gekooid is in het gevang van zijn eigen geest. Het zijn niet de muren van het gevang die ons een probleem bezorgen. Thoreau kan erover meespreken. Meer nabij op Vlaamse bodem heeft Roger van de velde zijn heilzame beleidenis geopenbaard. Wij leven enkel gevangen binnen de muren van onze eigen geest. Wij hebben simpelweg angst om vrij te zijn. Het is niet meer. Maar ook niet minder. En ik neem de vrijheid om hier mijn gal te spuwen. Laat het u smaken.
Buiten schijnt de zon. Ik zou moeten springen. De dode doesje in. Me even fris voelen. En dan richting distriktshuis om mijn dopkaart eindelijk op orde te brengen. Het is al de vijftiende. Daar gaan heel wat verlofdagen in kruipen, dus. Het zal mij een worst wezen. Net als een goed vlaams avondmaal. Een toevallige samenloop van omstandigheden. Wat is het verschil: Met je hoofd in de wolken? Of met je hoofd in de puree? Zo gaat het verhaaltje nu eenmaal. Als je baalt, dan baal je. Punt uit. Wat de wereld er ook van moge denken. Wees jezelf, vrank en vrij.
Kijk. Daar een spin die van het raamkozijn afzakt tot in mijn tiepmasjien, dat op het tapijt staat. Moet ik dat beest dan verjagen? Wie weet wat een wonderlijk web zal het wel niet weven? En zo gaat het ook in dit leven. Wie weet wat een web weef ik wel niet? Wie weet wat een web weef jij wel niet? Wel niet? Paradoksale taal. Je spreekt het éne uit. En het andere licht verborgen op in een allesomvattende schaduw. Het éne kan niet zonder het andere. De volheid en de leegte. Het levende en het dode. Het verschillende en het gelijke. Het lichte en het donkere. De tijd en de ruimte. Het hete en het koude. Het goede en het boze. Het schone en het lelijke. Het ene en het vele. Wij zijn slechts offer van de paren tegenstellingen.
Onlangs, gaf ik een zoveelste voordracht in kaffee de Muziekdoos. Elke tweede donderdag van de maand wordt er daar voorgedragen. Nadat de hoofdspreker er zijn ding gedaan heeft, kruip ik samen met enkele andere gegadigden het free podium op. Dank aan de goden dat Etienne ons al jaar en dag daartoe de kans geeft. Ja, Etienne. Ik ben blij om uwen langen baard. Als ik homo was, zou ik hem tot het einde der tijden afzuigen. Want in uwen baard, leeft gans de geschiedenis van Antwerpen, zoniet van gans de wereld. Elke troubadoer heeft bij u muziek mogen maken. Elke beginnende muzikant in het Antwerpse heeft bij jou meer als één kans gekregen. Poweet of theatermaker. Iedereen! Ze zouden voor u een standbeeld moeten oprichten. Bovenop de Waterpoort. Of aan ’t Scheld, vlakbij de Suikerrui en ’t Stadhuis.
Herman J. Claeys gaf me ter ere van de fijfstigste Muzeval een onwaarschijnlijke inleiding door te vragen waarom ik mij omgedoopt heb tot antistresspoweet. Wel, daar had ik een boompje over kunnen afsteken. Ik heb me er echter snel van afgemaakt. Ik zei simpelweg dat ik enkel een parodie trachtte te brengen op de Antirookmagiër. Daarover uiteraard later meer. Ik wil hier enkel even tijd nemen om ook Herman te bedanken. Mijn beste man, ge doet dat goed. Gij zijt diegene die dat daar organiseert. En ik ben niet de enige die dat geweldig vind. Je bent moedig. En daarbij denk ik onder andere ook aan je voordracht op het Muntplein ter ere van de Peaceparade. Oorlog is klote! En hoe oud we ook mogen worden, we mogen niet opgeven waakzaam en strijdend te blijven voor een vredevolle wereld. Elk steentje draagt daartoe bij.
Ik heb nog nooit een echt sombere Muzeval geweten. We zijn er altijd samen onder gelijkgestemde zielen. We hebben geroepen, gefulmineerd, geweend en gelachen. Maar aan warmte heeft het nooit ontbroken. De negenenveertigste Muzeval was voor mij evenwel een heel bijzondere. Wessel di Wesselli was één van de gastsprekers op het free podium. Het was de eerste keer dat ik die man in levende lijve mocht genieten. Ooit, had ik over diens perpetuum mobile een reportage gezien op Terloops. Toen was ik nog een piepkuiken. Wessel, voor mij was je toen de zoveelste freak. Nu nog steeds. A beautiful freak, weliswaar. Ik ben blij dat je leeft! Net zoals jij dat aan zoveel mensen al gezegd hebt. We gaan daaraan werken aan die werkende vredesenergieën! Kan kunst de wereld redden? Jep, samenkunst kan de wereld redden. Ik ben het volledig met je eens.
Nu, die avond bracht ik eveneens een voordracht, met name een ontwerptekst voor een toneelstuk. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat ik duivelse stemmen moeiteloos verstrengelde met hemelse: Ik ben stervend Afrika. Jouw AIDS en dat van de ganse mensheid. Ik ben een levend zelfmoordkommando. Jouw moslim en diegene die je weldra niet meer zien kan. Ik overstijg begrip en onbegrip. Kom voor in elke klip. Op televisie of in je bureel. Soms schiet ik tekort. Soms ben ik teveel. Soms ben ik spade. Dan weer truweel. Ik pier uit de grond. Gesterkt door vitamines en mineralen. Klaar om doorboord aan jouw haak te hangen. En verzwolgen te worden door een misleidde baars of snoek.
Ik ben gods laatste bestseller. Jouw meest geprezen verhalenverteller. De top van de eenzame berg. De tafelen in de Sinaïwoestijn. Het ultieme gebod en de verbreker van alle geboden. Vadermoordenaar en moederneuker. Een dief in een liefdeloze nacht, in een enig moment van onmacht. Ik heb het en gij weet het. Meer nog: ge wilt het terug. Maar hoe? Volgt ge mijn geboden? Of word gij net als ik een wreker? Verstokt, verstoken, met een krop in de keel. Of wordt dit alles je nu iets teveel? En verlaat je schichtig dit verlopen toneel? Het ronkt nu rijmelende woorden in je hoofd. Het raakt je en verlaat je. Niet zomaar zonneklaar of kristalhelder. Maar als genen gegrift. Slimmer dan jezelf. Gladder als een vis. Ichtus, lemniskaat of DNA-streng. Direkt, natuurlijk en vol ambisie.
Waar kan ik je heen voeren? Als er nergens heen te gaan valt? Als de weg alsmaar versmalt? In het rijk van je dromen, geef ik je kans te vliegen. En dan nog blijf je maar tuigen bouwen. Uit onzekerheid en blind vertrouwen. In machtsbeluste leiders. En pretensieuse schijnbevrijders. Zolang je je maar aan iets of iemand vastklampen kan. Televisie, auwto, vrouw of huis. Ik ben het licht dat je uit de duisternis leidt. Ik zit in je als een onomkeerbaar virus. Kom vandaag genadeloos uit de bus. In al weer een herkenbare eindhalte. Klaar om nogmaals te wachten op de volgende bus. Die misschien wel nooit komt. Verdoken in de wollen vacht van een eindeloze lus. Die de mensheid oneindig strikt. Gewikt, gewogen en doorgetikt. Net als een vervallen klok. Voor immer dezelfde rondjes draaiend. Tot de batterij op is, welteverstaan.
Ja, ik zit echt in je. En kom eruit als een onomkeerbaar virus. Een laaiende, schroeiende, onbedwingbare bosbrand. Een giegantiese, onstopbare asteroïde. Recht op de Aarde af. Ik ben het recht dat je geschieden zal. Ik ben het enige voorval. Ik ben je dagelijkse apokalips. Je dagelijkse vreugde. Je kornfleeks bij ’t ontbijt. Ik ben rusteloos en vol met vlijt. Neem ik deze planeet in. Net als alle voorgaande. Driftig en onstuitbaar. Bevrijdend. Beweeg ik je geest. Met twijffel en onmogelijkheid. Met honger en verdriet. Met beelden van armoede en volgevreten rijkdom. Ziekelijk en koortsig. Tast ik je grenzen af. Grenzen die er in de eerste plaats toch al niet waren. Ik ben een behoedzame vroedvrouw. Vanaf mijn geboorte al in rouw. Een zwartwit konneksie. Een onbevlekte gevangenis. A stream of consciousness.
Een voorproefje... Meer hoeven voorgaande paragrafen niet te betekenen. Maar op de après-powesie, hadden Wessel en ik een heel boeiende babbel over mijn toneelstuk. Jij vroeg me op de man af of ik me wel bewust was van het onderscheid tussen licht en duister. Je vond dat ik er eens over moest mediteren. Misschien, zou het wel nuttig zijn het geheel op te splitsen in verschillende stemmen of personnages. Ik overweeg het nog steeds, Wessel. En ik ben nog steeds verheugd dat jij niet zo één van die nepgoeroes bent. Jij bent misschien heel katoliek geïnspireerd. Maar, voor zover ik mij daar over mag over uitspreken, is jouw christelijke beleving één van de meest oprechte en wijze die ik ooit heb mogen ontmoeten. Ik blijf echter mezelf onderdompelen in paradoks. Als het leven zelf. Pas in de dood kunnen we onszelf daarvan bevrijden. Als je ’t mij vraagt.
Des nachts evenwel kwamen de doden wederom, met jammerlijk voorkomen, en zeiden: nog één ding, wij vergaten daarvan te spreken; onderwijs ons over de mens. De mens is een poort, waardoor gij uit de buitenwereld der goden, demonen en zielen intreedt in de binnenwereld, uit de grotere wereld in de kleinere wereld. Klein en nietig is de mens; reeds hebt gij hem achter u, en wederom zijt ge in de oneindige ruimte, in de kleinere of binnenste oneindigheid. In onmetelijke verwijdering staat één enkele ster in het zenit. Dit is de éne god van deze éne, dit is zijn wereld, zijn Pleroma, zijn goddelijkheid. Mens hier, God daar. Zwakheid en nietigheid hier, eeuwige schepperkracht ginds. Hier alles donkerheid en vochtige koelte. Daar gans zon. Dààr waar ik nu heen ga. Het distriktshuis is toch al toe. Een blauwe steen aan ’t Scheld blinkend in dezelfde zon zal al wel voldoen voor mij.
Yeah! Your captain spieking... We zetten ons hier weer in. In de navigasiestoel van ons vliegdekschip. Of van een ufo. Fasten your seatbelts! The nonnavigation spaceship is about to take off! In de volle terreur van een storm op zee, kan je toch niet meer spreken over een kapitein. Of misschien is iedereen aan boord dan wel een beetje kapitein? Kun je je het al voorstellen dat het altijd storm is? Altijd hier en nu in een kritiese toestand? Weet ge waarom we soms zinken? Omdat we teveel op ons eigen kapitein willen spelen. En dan komen we te laat voor het avondeten. Of we worden uiteindelijk in een donker bos door onze eigen hersenschimmen verkracht. Parabels mijn voeten! We hoeven er geen doekjes om te winden. We kennen onze eigen menselijke aard door en door. Om je er maar even aan te doen herinneren: It’s all the same fuckin’ day.
Kust mijn kloten, als ge ni afkunt wat ik te vertellen heb. Ik heb nog steeds het recht op vrije meningsuiting. Tot nader order, toch. En wat een geluk dat ik zo goed ben om orders na te leven. Zeker tijdens ne storm. En wat voor een storm: drie kwart van de wereld sterft nu al van den honger of van aids al onze reserves geraken stilaan op de lucht vervuilt alsmaar verder en we laten het vooral op z’n beloop... En ik zou mijne mond dan moeten snoeren? Of mijn pen niet meer mogen roeren? Goe zot zeker! Zij die geloven of liever nog: er op rekenen dat ik in stilte ga wegkwijnen. Ik ga ni stoppen met mijne mond open doen tot ik erbij neerval. Daarvoor, hou ik teveel van onze Aarde. Veel teveel. Teveel teveel.
Tijdens mijn wandeling, lag vlakbij kwaffeur Wakko een stoffig suikerbeertje op de grond. Een stuk van het hoofdje was het afgetrapt. Trok ’n beetje op Kennedy in Dallas. Ik was op weg terug van de Nix. Weer goe wa joints gepaft. Diene was weer aan het voetballen op zijnen xbox. Virtueel speelplezier op de teevee. Ieder kieze haar of zijn eigen slavernij. Alé, ’t is daar over ’t algemeen nen leuken boel. Dat draait misschien nogal vaak rond da diktatoriaal baksken. Maar ’t draait er nog meer om de mensen die er rond zitten. Wat wij samen al beleefd hebben in die leefruimte, is proper. Al zeg ik het zelf. Den MG zat er daarstraks ook. Ik heb wat over depressies lopen zeiken. Maar wel in de meest positieve termen.
Sja, al goed dat ze mij daar kennen. Als ik het in mijn ster krijg, kan de wereld er pekzwart uitzien. Meestal gooi ik op zo’n momenten mijn eigen ruiten in. Toch niemand om terug te smijten. Ik heb het altijd al beweerd: ge moet weten wat dat ge waar kunt doen. ’t Is allemaal een kwestie van fijngevoeligheid. Zesde zintuig. Zin zen. Thai Ming. Gelijk daarstraks aan ’t Scheld: alsmaar hoger reikend, trachtend elke porie te vullen... een zee die landinwaarts gedijt. Verrassend: het kantelpunt waarop de Schelde terug begint te zakken. Zoiets als bij het opkomen of ondergaan van de zon. Geklots van water. Zielerust. Licht breekt in goud. Een regenboog waait zich even over alles uit. Een uil kondigt de wisseling van de wacht af. Wijs beest.
dees is welverdiend (slö)
Het wisselen van de wacht is het meest interessante moment. Zowel voor klein peerke als voor uw lokale goeroe. Zowel voor dieven als voor mensen die met hun zatte kloten nog naar huis willen rijden. De Noorman weet er alles van. Ja, die gaat mij hier nog telefoneren. Of dat goei nieuws is, weet ik eigenlijk niet. Misschien, gaat me dat wat opluchting brengen. ’t Kan natuurlijk ook altijd resulteren in een avondje papperig en nutteloos gezaaag. Trippele a. Ja. Ge moe goe beseffen dat de Noorman al sinds mensenheugenis mijn meest betrouwbare kameraad is. Maar soms kan dien een stuksken afzagen. Dat komt ervan als ge altijd bomen van verhalen wilt opzetten... Gelukkig heeft dat langharig tuig voldoende vermogen tot relativering van wat hier geschreven staat. En vooral een gezonde dosis humor en ironie.
Al die figuren die ik hier noem, gaan nog terug komen. So don’t worry. Ik zal proberen iedereen aan bod te laten komen. Ik heb geen zin om dat hier te gestruktureerd te laten verlopen. Een dagboek als houvast. Dan kunt ge er tenminste nen knoop aan vastbinden. Of zoiets. In ieder geval. Ik heb ne schijthekel aan klassieke verhaallijnen. Einstein zei het al: tijd en ruimte zijn relatief. Da’s ni echt veel nieuws onder de zon: It’s like a movie. You escape for a while. From reality. It’s just a game. It’s just a short trip. It’s just like a movie. You jump in. You jump out. Met dank aan radio sentraal. Tijd en ruimte zijn relatief. Elk klein kind kan oe da vertellen. Elk kind doet dat konstant. Wat voor een ruimtetuig! En wat voor ne storm! Laat u fantasie maar de vrije loop.
Stabiliteit is het kenmerk van echt geluk. U zult zeggen: Maar het leven is slechts een aaneenschakeling van veranderingen: suksessen en mislukkingen, overvloed en armoede, vrede en oorlog, gezondheid en ziekte... Wij kunnen niet anders dan deze veranderingen ondergaan! Neen, neen, er kan oorlog uitbreken, u kunt ziek worden, u kunt ineens al uw geld verliezen, in de steek gelaten worden door uw man of uw vrouw, uw kinderen, uw vrienden, zonder op te houden gelukkig te zijn. Hoezo? Omdat ik spreek over een toestand waarin uw bewustzijnniet op het nivo van de gebeurtenissen blijft steken: voor iedere moeilijkheid, voor iedere beproeving vindt u een verklaring, een waarheid die u rust en troost brengt, want u bent tot op grote hoogte gestegen en u hebt geleerd hoe u naar de dingen kunt kijken. Men kan u beroven, vervolgen, maar aangezien u weet dat dit alles voorbijgaat en dat u onsterfelijk bent, dat niets u werkelijk kan raken, glimlacht u waar anderen weeklagen.
Keep on smiling... Alles is op schema. We hebben het skript zelf geschreven. Of dacht je soms van niet? Welkom in mijn dromenland. Ik heb er toch nooit rechten op gevraagd, doe dat nu nog niet en zal dat ook nooit doen. Ik neem toch niets mee in mijn graf. Of zoals een bekende dichter op zijn graftombe liet aanbrengen: treedt zacht want u treedt op mijn dromen. Ik zou eigenlijk begot noch niet weten wat voor begrafenis ik wil. Een feest. Dat mag je me niet misgunnen. Ik hoef niet echt een tombe. Maar mijn hoofd hoeft ook niet om de negentig of zo minuten in een baan rond de Aarde te draaien. Kremasie en verstrooïng is prima voor mij. Niet teveel gezever. Nog eens goed feesten, inpakken en wegwezen.
Schrijven is zo’n vlak land. Het is inhoud. Maar het gras en het groen zijn ook inhoud. Alles wat je maar kan doen of fantaseert, is slechts een keuze om de leegte in vorm te gieten. Schrijven is even veelzeggend als een appel die terug naar een boom vliegt. Wie weet heeft iemand die daar naartoe gesmeten? Wie weet zijn de gangbare wetten van de fisieka al lang gepasseerd? Ik steek mijn hand ervoor in een vuur, zo nodig. Ik zie dat schrijven hier als een soort meditasie. Meer niet. Een proses dat ik hier en nu met mezelf aanga. De beklaagdenbank is hier eeuwig leeg. Alles verandert hier nochtans konstant. Ik verga hier en nu in deze woordenstroom. Met mijn miljarden armen ten hemel. Met een knipoog.
Ik ben. Als in een interview. Met mezelf. En in al die eenzaamheid, heb ik mezelf opgeheven. Vind je ’t niet wat absurd? Knipogen naar jezelf? Alles en iedereen is voor mij een medium: een soort van spiegel voor mijn wezen: iets als een grensoverschrijdend narsisme: zowel goed voor de grijze massa, als voor de kunstenaaranarchist. Ik ben vervliegend als de wind. Onmerkbaar als de zon. In your fuckin’ face! Schroeiend en brandend. CFK voor het volk. DMT voor iedereen. Red de planeet. Vandaag, was het daarstraks overigens lachen op radio 1. Vraag voor een kwis: Hoe kwam Hofmann tot de ontdekking van LSD? A. Hij kreeg er per ongeluk een kleine hoeveelheid van op zijn huid. B. Hij probeerde op een proefdier. C. Hij gaf zijn kind er wat van om te testen of zijn nieuwe geneesmiddel wekte. No problem child: A. Ja!
Ik heb mijn luie kont dan toch maar wat opgeheft. Een mirakel. Daarstraks had ik de balle goesting ook maar een vinger uit te steken. Sja, ge moest de chaos hier soms eens zien. Alles door elkaar: sokken onder een stuk krant tiepmasjien op de krant de spin is ergens anders heen gespind aanmaningen van elektrabel boven een bord met uitgezwete restjes kaas soms blijft de afwas meer als een week staan alle afval door elkaar op een lam ritme van natuurlijke desintegrasie en reïntegrasie rommel alles is rommel au fond als ’t puntje bij paaltje komt een rommel die zich op vrij toevallige wijze herstruktureerd tot nieuwe vormen van orde die dan af en toe in het oog springen en dan maar zeveren dat kunst ingewikkeld is. Kunst is simpel. Dank u Tania.
Kunst is spel. Kunst is kunnen laten gebeuren. Kunst is observeren. Kunst is geen kunst. Kunst is happening. Art is everywhere. Over the edges. In de media. Publisity! Fluksus stroom let it roll baby! Situasionisme hier en nu. En zo schommelt mijn kot over en weer tussen een tijdelijk geforseerde orde zo je wenst netheid en een natuurlijke rauwe jungle. Het oerwoud en het beest zijn in mij. Ze zijn mijn primeire voedingsbodem om tot kreasie te komen. Oerwoud en beest veroorzaken kultuur. Wat sommige mensen hautein en totaal vervreemd als kultureel leven zien, lijkt mij veelal een veiligheidsoplossing. Nogal wat mensen hebben simpelweg angst om tot diepere waarheden door te dringen. Nogal higiënies. Nogal steriel.
Mijn moeder belde daarnet voor de tweede maal vandaag. Zoals elk goed beest, is ze nogal bezorgd. Denkt dat ik het alleen helemaal niet redden kan. Dààr zit misschien een grond van waarheid in. Maar vanuit haar steriele wereldbeschouwing is ’t gewoon een poging tot rekuperasie. Gezien het leven haar niet gebracht heeft wat ze wenste: een oude dag in het zuiden van Frankrijk. Niet onmogelijk. Ware mijn vader niet zo lomp geweest om op zijn woord terug te komen. Maar dat is nu eenmaal een trend in onze familie: je verwijt mensen dat ze hun afspraak niet houden en houdt ze dan vooral zelf niet. We zijn lang niet de enigen. Bovendien, moet je toch over iets kunnen lullen.
Tenzij de kwaliteit van mijn halfbroer zijn zaad plots wonderlijk verbeterd is, is het vooruitzicht voor de voortzetting van onze familienaam relatief klein. Gezien mijn alkohol+ en druggebruik ook al zulke ongezonde proporsies dreigt aan te nemen, is het einde nabij. Oef. Want fier ben ik er niet bepaald op. Onder de gegeven omstandigheden kinderen krijgen, geeft blijk van groot optimisme in de toekomst van de mensheid, overigens. Anderzijds, als je alle mensen op de planeet tot je familie rekent, overleeft er ten minste ergens wel een tak. Hoewel ik mijn moeder niet echt kan overtuigen van een dergelijke visie. Ze is danig door de propagandamasjiene van de politiek gebreenwasjt.
Voor haar part mogen alle islamieten branden. Ik ben een danig andere mening toegedaan. Hoewel ik haar begrijp: tot twee maal toe overvallen worden door mensen van marokaanse afkomst is geen lolletje. Alleen vraag ik mij af of die afkomst zoveel ter zake doet. We laten ons zo gemakkelijk verglijden in een diskoers volledig beheerst door grenzen en begrenzing: wij en hen. Terwijl we zelf evengoed in staat zouden zijn tot de gruwelijkste misdaden. De omstandigheden moeten er alleen wat gunstig voor zijn. Israëlies doen of tolereren ten minste op dit ogenblik eksakt hetzelfde wat de nazi’s vroeger met joden deden. Jenin heeft al vaak mogen bloeden. Misschien moet ik eens goed overwegen om me te laten omvormen tot islamiet?
Ach, ik had deze middag niet zo hard op mogen zijn. Ze kan ook niet echt doen dat ze is wie ze is. Ze heeft evenwel de keuze gehad om mij al dan niet op deze wereld te baren. Haar opvoeding zal ook haar parten hebben gespeeld. Net als mijn opvoeding mij parten speelt. Ik kan helaas niet anders dan af en toe stevig van mij af te bijten. Een generasiekloof, weet je wel. Ik ben blij dat ze me de winter door geholpen heeft. Anders had ik er nu niet meer geweest. Maar of dat nu ook weer zo goed is, dat weet ik niet. Ik overweeg minstens een keer per maand zelfmoord. Misschien zou het beter zijn er één van de keren gewoonweg komaf mee te maken? Vermoedelijk zou het een bevrijding voor me betekenen. Een totale bevrijding.
Ik loop met teveel plannen rond. Mensen beamen mijn goede ideeën, zowel als mijn goede intensies. Totdat het op realiseren aankomt. Ik ben een administratieve kluns. Geld vind ik sowieso al een onhandig medium. En hoe dat die maatschappelijke spelletjes zich ontplooïen is mij evengoed een raadsel. Ik snap de menselijke aard wel. Ik heb massa’s psichologie gelezen. Maar hoe het in hemelsnaam komt dat we er maar niet in slagen om wereldwijd op een waardige manier samen te leven? Ik begrijp heel dat spel wel. Maar het slaat me evengoed dagelijks met verbazing. Supreme jungle game: oerwoud in ’t kwadraat. Sja, hoe leer je leven met een balk in je ogen?
Dag 3: let’s get physical
Ze hadden van mij een pracht van een ambachtsmankunstenaar kunnen maken. Maar ze hebben gekozen mij met geld en sjekkeboek om te kopen. Mij te verkrachten met valse beloften en bedrieglijk spel. Misschien onbewust, vermoedelijk zelfs bewust. Na mijn lagere school, moest ik volgens het toenmalige PMS houtbewerking of iets dergelijks volgen. Dat kon mijn vader echter niet verkroppen. Ik moest en zou een degelijke richting volgen: klassieke talen. De gevolgen van die ronduit egoïstiese beslissing zijn desastreus! Temeer omdat ik in mijn derde middelbaar geroepen heb om naar kunstonderwijs te mogen. Geen leraar in die katolieke kutschool die me ermee gesteund heeft. Laat staan dat mijnen ouwe er graten in zag. Pijnlijk. Nu nog.
Ik wil echt ni tot sintjuttenmis blijten over gans mijn leven. Maar ik heb zin om ’t van mij af te schrijven. Ik heb nood aan mijn verhaal te vertellen. Meer ist ni. Ik besef heel goe dat er u veel erger dingen kunnen overkomen dan dat wat ik heb meegemaakt. Toch, kan mijn verhaal interessant zijn: hoe is die kerel geworden tot wat hij nu is? Welke weg heeft hij afgelegd? Enzoverderenzovoort. Wat maakt dat omstandigheden een mens zo kunnen verlammen bij momenten? Terwijl het voor een ander zo eenvoudig op te lossen lijkt, blijft die éne toch lamlendig zitten. Wat is dàt toch?
Mijn ouders hebben hun best gedaan. Ze zijn ook maar vertrokken vanuit hun opvoeding, hun eigen natuur en de gegeven maatschappelijke omstandigheden. Het plaatje gaat als volgt: Ze zijn allebij kinderen van den oorlog. Hun ouders, mijn grootouders dus, hebben hard moeten knokken om hun hoofd boven water te houden. Eén ding: Door de oorlog was er ook meer solidariteit onder mensen. Eén volk, één doel: onder het juk van de bezetter geraken. Mijn vader heeft nu nog trauma’s van de beruchte v2+bommen. Bij een minste gelijkaardige klank verlamd die van angst. Hoewel hij verwoede pogingen doet om dat alles te verbergen. Uiteraard. Boys don’t cry...
Mijn vader heeft ook zo’n debiele jezuitenschool gevolgd. Erna, heeft hij het geluk gehad voort te kunnen studeren aan dé universiteit. Hij is tandarts geworden. Jarenlang heeft hij als een beest gewerkt om ervoor te zorgen dat ze hem nooit zouden kunnen raken of neerhalen. Alles in funksie van zo veel mogelijk geld, stabiliteit en zekerheid. Hij heeft dat nauwelijks in vraag gesteld. Zelfs de manier waarop hij boeken kiest om te lezen (één van zijn favoriete vrijetijdsbestedingen), is erop afgestemd niet gekonfronteerd te worden met een mogelijk alternatief wereldbeeld. Alles moet voor hem eksakt en wetenschappelijk verantwoord zijn. Maar een goed gefundeerd boek over emosionele intelligensie bijvoorbeeld, laat hij naast zich neerliggen. Het zou zijn leven misschien overhoop kunnen gooien. En dat mag niet. Duidelijk? Laat ons dan maar niet eens spreken over spirituele, okkulte of religieuze boeken... Wat een armoede en verschraling...
Mijn moeder was, tot ik geboren werd, een ontwerpster van reklamepanelen en +affiesjes. Nu nog, merk hoe bekwaam zij is op kreatief vlak. En vooral hoe geduldig zij alles kan opbouwen. Helaas, toen ik geboren werd, moest mijn moeder huisvrouw worden van mijn vader. Mijns inziens, een giegantiese stommiteit. Het is absoluut niet bevorderlijk voor een gezond evenwicht in de gezinssituasie. Maar de tijden waren toen anders. Toen kon je je dat nog permitteren. En bovendien, wil mijn vader op allerlij mogelijke manieren zijn patriarchale status vrijwaren van welke konkurrensie ook. Dientengevolge, delft mijn moeder niet alleen het onderspit. Ook zijn twee zoons hebben er moeten aan geloven.
Ik moet dààr allemaal eigenlijk eens mee lachen. De gevolgen van heel die situasie zijn ronduit komiek: Ik wilde muziek leren spelen. En dat mocht niet. Ik wilde naar de scouts gaan. En dat heeft één dag geduurd. Mijn ouders vonden dat allemaal wat te sektaries. Ik kreeg een basketbalring van mijn peter. Mijn vader heeft nooit de moeite genomen om die te helpen ophangen, zelf kon ik het niet alleen. Toen was ik nog veel te jong. Kortweg: Ik mocht niets doen dat enig voorruitzicht gaf op een sosiaal leven. Dat voel ik nu nog. Ik heb dat vroeger allemaal niet gekend. Ik heb nu nog moeite om genegenheid te tonen of te ontvangen. Hoewel ik af en toe voor een grote massa op een podium sta, vlucht ik angstig weg van al teveel sosiaal kontakt. Dàt moet ge voor uw eigen eens proberen te fiksen! Pfff...
Zo, kan ik nog duizenden feiten resiteren over mijn jeugd. Ik vind het gewoon absurd. Schaterlachen is hetgeen dan in mij opkomt. Dààr is geen andere oplossing. Ge kunt dat die mensen ni echt kwalijk nemen. Er is geen dienst bij de stad voor, voor zulke ‘problemen’. God loopt hier ook ni in persoon rond om dat op te lossen. Ook is er geen toverfee met een magies stokje in de buurt. Alles komt neer op het volgende: het ligt allemaal in onze eigen handen. We zijn zelf godin en/of god. We maken zelf de stad en de staat uit. We zijn zelf de tovenaar en/of toverfee. We hebben zelf voor ons eigen levenssenario gekozen. En dààr kunnen we tegen strijden of met meegaan.
Dag: iedereen!
Michael Moore gezien. Op televisie. Duidelijk: We kunnen elks als individu een wereld van verschil betekenen. Letterlijk: zet je handtekening eronder. Niet twijfelen, gewoon doen. Burgerlijke ongehoorzaamheid zal immer een enorm machtig wapen zijn, machtiger dan een geweer. Een dode terug levend maken, is enkel mogelijk voor machtige yogi’s. Maar de blinden terug doen zien, is niet zo ingewikkeld. Als je begrijpt wat ik bedoel... We zijn in potensie allemaal machtige yogi’s. Of niet soms?
February 11, 2004 (67th anniversary of the Great Flint Sit-Down Strike)
An Open Letter from Michael Moore to George "I'm a War President!" Bush
Dag: glimlach!
Meer als één dag in één dag. Het begon allemaal vorig weekend. Een begin zoals elke dag dat wel heeft: veel te laat opgestaan. Me er uiteraard niet schuldig over gevoeld. Waarom zou ik? Wat is in essensie te laat? Of, hét begin? Sirkeltjes draaien en toertjes bollen, als je het mij vraagt. Lang leve het sirkuleir denken! Het begon dus allemaal vorig weekend. Ik zei het al. Laat opgestaan. Volgens de normen van de goegemeente: te laat. Goed dat ik er nog ben. Ten minste nog één mens die vrij mag rondlummelen. En dit zonder opgenomen te worden in de psichiatrie. Blij dat ik werkelijk kan toveren. Maar vertel het niet voort...
Ja, wat ik die middag verder heb uitgespookt. Joost mag het weten. Tussen haakjes: Ik ben dringend op zoek naar een vriend die Joost heet. Kandidaten mogen zich spontaan aanmelden, uiteraard. ’s Avonds echter, ben ik in Bar Tabac geëindigd. Goeie plek om je loodje neer te leggen. Maar ik was alweer niet te stuiten. De diedjé was niet komen opdagen. En daar zag ik wel graten in. Achter de draaitafel dan maar. De helft van de voorhanden liggende cd’s deden het niet meer. Dankzij god. Wie weet wat had ik anders niet voor zooi de eter in gesmeten?
Voor ik het goed en wel besefte was het zaterdagochtend, negen uur. Het kind achter de toog had wijselijk om halfacht de laatste zeugen buitengekeild. Negen uur, dus. Wij met ons tweeën naar de bakker. Ik heb haar dan maar getrakteerd op een croissant. Verassend hoeveel bakkers er hier toch nog in slagen een goeie variant van het hebbeding te doen verrijzen. Afscheid genomen van het lieve kind. En doorgestrompeld tot bij Jeanjaques. De zomer is er bijna. De nachten duren nog langer nu het licht het ook al langer begint te trekken. En dat merk je In de soete naam jezus! Op dit gezegend uur is het tijdens de winter vaak al afgelopen. Nu gaat de salsa simpelweg verder door. Eindelijk.
Toch, ben ik er niet zo lang gebleven. Op naar het standbeeld op de Groenplaats. Hoe ik er ben geraakt, slaat mij nu nog met de grootste verbazing om de oren. Misschien wel om dit hier te kunnen neerpennen? Verklaringen genoeg achteraf. Op voorhand totaal grillig en onvoorspelbaar. Ik ben dus één met het leven. Sja, blij dat den Ivo er ook zo vroeg doorkwam. Zoals steeds met een laaiende baard en schele ogen. Of lag dat deze maal aan de mijne? Niet dat ik dààr heeldere dagen spendeer... Wat ik dan in hemelsnaam loop te spenderen? Ik zou het werkelijk niet weten. Tijd? Bijzonder relatief, als je ’t mij vraagt.
Zelfs den Ivo ken ik niet zo goed. So what? Doet het er iets toe. De eerste keer was in Kate Wheelans. De volgende keren was je steeds op stap met een hond. Toen herkende je me niet meer. Tijdens de wereldbeker voetbal, kwaamt ge memorabel voorbijgeschuiffeld met nen bakster. Hilaries! Sja, ziekenhuizen zijn geen pretpark. Het Mechelseplein wel. Zeker als het voetbal is. Nog beter als de teevee het plots laat afweten. Alle licht zapt immer naar een sentrum weg. En het zwarte vlak dat overblijft, is altijd voor elkeen ontgoochelend. En bij Crazy Luka, had ik je ook al eens gezien. Zoiets.
Hoe dan ook was ik blij dat je er was. We hebben goe gelachen. Alhoewel ni al die toeristen dat zo goed zagen zitten. Daarvoor zijn het ook toeristen. Nen toerist die d’er vrolijk komt bijzitten, is toch gewoon genen toerist meer? Of heb ik dat verkeerd begrepen? Valt er eigenlijk wel iets te begrijpen? Anyway, ’t was d’er leuk met jou en met den Mohammed. Toffen Berber. En Hollands dat die spreekt! Inch'Allah. We zijn allemaal kinderen van god. Goed gesproken Mohammed! Ben ik dan verantwoordelijk voor al die kinderen? Ja, denk ik bij mezelf. En die doorgeflipte gast geeft jou zijn jas en al zijn geld. Yeahyeah! I seen god! Ik ook. So what? Je komt er nog wel achter.
Ik heb ook al een paar keer al mijn hebben en houden weggegeven. En weet je wat? Ik heb er nooit een moment spijt van gehad. Ik beschouw dat nog steeds als mijn meest leerrijke ervaringen. Hoewel alle ervaringen uiteindelijk even leerrijk zijn. Vooral het moment NU. Hopelijk, word gij net als ik nooit gekonfronteerd met die mannen met hun witte frakskes en dwangbuis. Ik heb nog al wel gasten in nen trip of dien demon speed zien blijven hangen... It’s not so funky. Maar je overleeft het. Net als de Nix en den MG. Ge hebt aardig wa tijd nodig om over die geflipte isoleerkamer heen te geraken. Maar ge overleeft het. Easy. Alleen wat tijd nodig in dit heel al om te beseffen dat het ni nodig is om tegen jezelf te strijden. Wat dat is allemaal onzen eerste refleks. Vechten tegen iets of iemand. Totdat ge beseft dat ge’t gewoon zelf altijd al waart.
Met de Mohammed, uwe frak en uw geld naar de grandbazar gelopen. Daar wat andere leeglopers ontmoet in de hal. En dààr hebt ge ze: de mannen met de zwartblauwe frakskes: sekuritihihihi. Allemaal d’eruit. Wat een imago! Wat niet voor het geld en de schijn? Dat ik ’t begot ni weet. En toen ben ik oe kwijtgespeeld Mohammed, profeet der Lage Landen. De metro ingedoken, richting stasion. Nog wat over de telefoon geflipt staan zeiken over de Nieuwe Tijd. Ik weet nog altijd ni wie ik allemaal aan de andere kant van de lijn heb gehad. Hopelijk, was ’t voor u evenveel fun als voor mij.
Ik had nauwelijks geld om de treinrit te betalen. Dus, waagde ik het er maar op. Ik poogde mezelf zoveel mogelijk beleefd uit te drukken ten opzichte van de kondukteur. Ik had er echt mee te doen met de man. Sjonge, wat moet ik naar alkool gestonken hebben. Ach, de man vulde wat zuchtend en klagend het nodige formuliertje in. En ging dan gewoon verder. Wat kon hij anders doen? Sja, soms doe ik gekke dingen als ik in een delirium van drank toef. Ik ben ver niet de enige in dit land. Alkool is nu eenmaal gemakkelijker te vinden dan een partner voor het leven... Alle romantiese idealen ten spijt!
Het duurde uiteraard niet lang alvorens ik met mijn hoofd op het tafelblad in slaap tsjoekte. God zij dank, was er een jonge gast die me in Gent Sint Pieters wakkerschudde. Moest jij niet in Gent zijn? A. Ja. Met prut in mijn ogen, strompelde ik verdwaasd de trein af. Mensen keken me wat vreemd aan. Ik begreep dat niet zo goed. Zó schabauwelijk zag ik er nu ook niet uit! Later, in ’t Trefpunt toegekomen, begreep ik waarom. Na me een pintje en ne ouwe jenever te hebben besteld, grasduinde ik wat in de Morgen. Toen ik echter naar het wc ging, viel mijne frang. In de spiegel, zag ik dat iemand me tijdens het slapen een stikker op het voorhoofd had geplakt. Eksakt op mijn derde oog. Een rond plakkertje dat goud blonk. Met daarop maat 45, nog wel presies mijn schoenmaat. Merkwaardig. Lollig. Begrijpelijk.
In alle geval, was het een goed idee van me een jenever te drinken. Ge komt daar helemaal terug van op uw positieven. Gazet zelfs kunnen uitlezen. Nog wat gewandeld aan water en groen. De vredesbetoging helemaal mislopen. De tientallen kombi’s van de politsie niet. Een beetje bevreemdend. Nog éne gaan drinken in den Damberd. Heeldere bierviltjes volgeschreven. Uitgeswingd totdat het avond was. Om acht uur dertig ’s avonds, begon er in de Vooruit, Gent (a)live. Nogal chaotiese bedoening. Maar zeker z’n tien euro entree waard. De tapdansperformans vond ik briljant. Een beetje eigenaardig zo tapdans tussen optredens van groepkens door. Vooral heel moedig. Me koest gehouden. Alles op m’n eentje. Nauwelijks met iemand gepraat. Enkel rustig de mensen geobserveerd. Zoals steeds, overigens... You gotta have a kinky feel for life...
we love oil kinky star recs tapdansfilms teruggelift beatlesfans en maroks hasjies beste aller tijden ’s nachs bij nix toegekomen sleutels kwijt bij gert gekrasjt luka zoeken naar Ivo Groenplaats Anoek Goa konneksie Bar t afterfeest didi de paris gemoedelijk tram 8 tram 15 lift maroks naar zazou goa geen lsd goeie joints Nete kabbelt indepijn kent men zijn vrienden kaffee plansjee den trein terug krasj bij gert na bangelijke pistolé’s kasteelplein. Opgekuist terras bar t coke badhuis stijve sfeer ezels telefoon Stijn do it dinsdag writers blok kinderen spelen propjes smijten en bam amateurkunsten de schroef aan ’t stasion als kwin vreet ik mijn mijn op plus groot feest enz.
Bieke, da’s dus ‘tgeen da ge ni moogt doen. Op dit moment in mijn leven verliefd op mij worden. En ge doet het toch. Papa en Mama voor al onze zusjes en broers? Al even gek als ik. Ik hou ook van u. Maar khou van alle mensen. Van teveel mensen. Ik hou van u. En gij gaat met mij mee. Weet ge wel welke dimensies ge voor ons opentrekt? Totale anarchie. ‘kHeb er geen andere woorden voor vrije liefde doorheen al onze zintuigen. Ik zit nog niet eens in de hoeksteen van onze samenleving. Ik ben de hoeksteen. Maar niet zonder dié zes of zeven miljard anderen. We zijn allemaal gedragsgestoord èn karaktergestoord. Tegelijk! We geven aan onszelf les. Onzinnig. Nukkig. Prachtig gestoord.
Woord tegen woord. Woord aan woord leunend. Elkaar de machteloosheid ondersteunend. Een oerschreeuw tegen mijn muur schreeuwend foto’s van Irak in brand. Een afgehakte hand. De rest van ons lijf verkoolt in de eeuwige droefnis die gij en ik voelen. Wij allemaal. Gans de planeet. Ook die zotten die blind achter het geld aan lopen. Een wereld gevloerd in aanbidding van het woord als afbeelding van de daad. En wat een vloer. Heeldere mandala’s en boeddha’s die geschift achter en door elkaar schiften als gloooiende lijnen regen die eindeloos neertrilleen in de plooien van onze huid. Daarvoor hoefden wij niet eens te ontwaken uit deze droom. Broos leven als een enveloppe temidden van de dode oneindigheid. Return to sender. Dans minstens éénmaal per dag om je as heen. En zie hoe alles om jou heen spint, om je sentrum. A. Ja. Jij bent hét sentrum. Jij bent de hoeksteen! Ster...
Always ahead
In welk moment ik er hier van het verhaal inschiet... Ik weet het niet. Ik kan me amper gisteren herinneren. Laat staan twee uur geleden. En des te naderbij de tijd begint te komen... Des te minder ik er mij van herinner. En temidden die korte en lange scherven herinnerindingen, kom ik jou dan tegen. En jij herinnert mij aan een totaal ander deel van het verhaal. En wat moet ik daarmee? Niets! Nauws, jij bent ook de meest vrolijke mens op de Aarde. Das Hitlermaus sturmt vorbei. A. Ja. Wir allen blij. Interruption Mickey Ma Housse.
‘Moet het dan verstaanbaar zijn?’ Ik hoor het mij nog door de telefoon roepen op radio Sentraal. En jij was erbij. Goegie, wij zijn echt de laatste hippies. We hebben dan ook nooit echt eerst willen zijn. Echt wel. Maar niet eerst. Wel eerstens gestopt met zoeken. Ere wie ere toekomt. Oorspronkelijke punks reïnkarneren ook. We rock the times. The times rock us. Wat we kunnen, is wat we kunnen doen. Proeve daarvan deze pagina’s. Als appelsienen die naar druiven smaken, of slogans naar kweeperen. Of de dood naar weleer. Eeuwige ommekeer. Maar het was geen rood mijnheer de agent. Flauwe kul. De regels zijn er als je ze voelt. En als je bloedt. Middeleeuwen of geen middeleeuwen. Met vallen en opstaan gaan we vooruit. Een banana-enschil is een uitzondering.
Ach, het mag niet van het genie. Maar het zijn godverdoemde god vervloekt zichzelf de genieën die bepalen wie er geniaal is. Getuige daarvan de vele mirakelen. De mirakelen zijn hier zelfs niet misplaatst. En nog meer dan het onbegrijpelijke regeren de mirakelen ons leven. Wààr wilt ge dan nog naartoe? Als de wolken en frutregen openbreken in klaarheldere zon en stil verdampende regenboog? Vertel mij wat. Alsof het de onredelijkheid om je hoofd klettert. Geen zorg. Dat doet het toch al. God zij dank zijn er dan toch nog de professoren! En god zij dank zijn het de goden die bepalen wie god zijn. En als er maar één god is, bepaalt die dàt toch lekker zelf. Ga naauw wat tegen dàt monopolie lopen zeiken!
Goegie: Ik hou van jou, fantasie van een griet. In A majeur. Omdat jij begrepen hebt wat drie derde nog niet eens vol heeft kunnen maken. Omdat jij de wiskunde wegsijfert in een lappendeken waaraaan jij god weet hoelang al aan aan ’t breien euh haken bent eens de sfeer op dan weer neer zo gaat dat leven wel de ene keer naai je snel de andere keer heb je het plots warm in de winter: tata!! ’t Is als in een opgepepte wals: tegennatuurlijk. Ieder haar kunde. En de uil die dat niet ziet, kijkt de verkeerde kant uit. Waarom zou ik me in hemelsnaam nog met kat en muisspelletjes moeten bezighouden? Ik dwarrel in het maanlicht ogen die stiekem de daken van de huizen licht. Ik kabbel voort als een stroom die kiezels voor je droomt.
Tintelend zuiver water treedt als nakende vingers over pianotoetsen versnellend plooibaar repertoir altaar HALT DAAR ziehier een sakraal moment! Gegrom rondom kolom. Klotentotem! Er wordt geen kritiek geduld op de totemleider! En het feest is nog maar net begonnen. Och arme gebrekkige mensheid. Storm op zee! En je hebt nog maar pas een schip uitgevonden? Hoe durft gij dan tot in de hoogste toppen der bergen laten weergalmen dat gij de Aarde veroverd hebt? Mikrobe! Als een wonderlijke bloem die dweilt in de schoonheid van de tijd... Niet te min om te stralen. En waarom niet stralen als een kind? We zijn toch allemaal kind geweest? En fuk’all. We zijn dat immer geweest. Forever young, my dear.
Ik hoest hier de longen uit mijn lijf. Stoppen met roken is een redelijk verzoek. Verzoek jezelf. Alles wat je zegt, ben je zelf. Ik had dat te snel begrepen. En alles begon voor mij op niets te rijmen. Zoals een robot die met je praat. Doe eens wat aan die eenzaamheid, jongeman. Jawel, mijnheer de blikken doos. Naamkaartje of rapport, één en hetzelfde prikbord. Een herinnering voor de eenzamen. Sja, eenzaam zijn doe je nu eenmaal niet alleen. Kripties. Heel kripties. Helemaal stripties. Naakt wil ik mij tonen. Zonder mijn stinksokken. In een puur moment van triomf. Overwinning op de leegte van het algemeen verderf. Een overwinning van niets. Een overwinning op niets. Naamloos en schaamteloos bloot.
Immer voorwaarts
Er ligt hier een oude man opgekrompen als een kind in mijn sofa die niet eens de mijne is. De oude man is net over de fijftig en fransman. Hij heeft een doorgroefd overbeproefd gezicht. Niet dat ik door de duisternis heen kan kijken. Rode wijn is echter heilzaam voor je hart. Hij heet trouwens Chris-Eric Crické. What’s in a name? Al sinds zijn geboorte troebadoer. Heeft nooit geld van de staat aangenomen! Geen dop. Geen bestaansminimum. Leeft al jaar en dag van liedjes zingen, franse chanson. Ok Aux Champs Ellysées hoort niet in La Rocca thuis. Maar ’t kan mega veel fun zijn. Meer rode wijn echoët het festijn. Maar dien heeft dus echt één glas wijn voor me klaargezet! Stond simpelweg op me te wachten op mijn salontafel die niet echt van mij is...
Waarom bied ik die mens onderdak? Eén: ik heb hem al eens een maand bij me laten slapen. Twee jaar terug, net voor ik naar Spanje vertrok met mijne piknikzak. Honderd persent betrouwbaar. Dat wist ik al voor ik hem de eerste keer binnenliet. Ik voel namelijk. Twee: ik heb respekt voor iemand die al meer als dertig jaar dertig jaar! op een ietwat alternatieve manier door dit leven bolt zonder steun te trekken. Drie: ik wil hem helpen om zijn laatste twintig dertig jaren goed in te zetten. Deze man hoort niet op straat. Weer iemand waarvoor ze een standbeeld zouden moeten oprichten. Of heb ík hier iets misverstaan?
Zie. Daarnet zat ik met Hanne op kaffee. Toen we de Scene kwamen binnengelopen, kreeg ik een milde kopstoot. Niets ergs, zoals zacht tegen een deur lopen. Alleen dat dit niet aan mijn eigen lompigheid lag. Eerder aan de blindheid van die mens. ‘Ik ken jou wel!’, siste hij me nog na. Ik heb het gelaten voor wat het was. Geen woede pff, waarom zou ik nog?, geen andere wang ik ben nog net niet gek genoeg. Ja, hij kende me nog van een jaar geleden in den Hopper. Hij zat samen met een vriend en diens vriendin aan tafel. Ik was strontbezopen. Teveel ron de Cuba, Havana. Op strooptocht, al een week lang. Wegens het feit dat ikzelf zonder reden ineengeslagen was op straat een week ervoor. Door mijn eigen volk, overigens. Ik vond dat die twee gasten wat grof waren op die griet. Ik bemoeide mij. Luidruchtig. Snerpend. Verbaal ideaal. Ik werd uit den Hopper buitengezet. En zij konden gaan neuken. Zo klassiek als ’t straat.
Dat ik mij ’s anderendaags in den Hopper ben gaan verontschuldigen. Ik vind nog steeds dat ik in mijn recht was. Maar ik had daarom niet heel ’t kaffee moeten wakkerbrullen. A gentleman walks, but never runs. Zo verdomd ingewikkeld is het niet. Wat erin zit, komt eruit. Kopstoot, dus. Nogmaals, een heel tedere botsing. Meer was het niet dan een kwestie van geduld. Als je goed kijkt, weet je wat de hoekstenen zijn. Als je goed onderscheidt, snij je moeiteloos het kaf van ’t koren. Loontje komt steeds om zijn boontje. Ons leven draait in onzinnige sirkels. Ik ben blij tenminste al de sirkels te kunnen onderscheiden. In de maan, of in de zon. Dag, of nacht. Licht, of duister. Alles leeft kontinu. We mogen vooral de moed niet laten zakken. Of, altans toch niet al te lang. Elke straat vergaat nu eenmaal. Wie schrijft, die verdwijnt... In het gesnurk van een oude fransman. Le sacré alchimiste!
Nacht dertien
Ik hou de tijd niet echt meer bij. Morgen, komt den Didi de Paris in de Muziekdoos optreden. Ik ben eens benieuwd. Ik heb al met je gesproken, maar je nog nooit live gezien. Optreden. Ge maakte zulk een zachte indruk op mij op de afterparty (van We Love Oil) in Bar Tabac. De beste punks vertederen uiteindelijk toch tot een soort van kinderlijke eenvoud. Denk ik dan. Elke leeuw vergrijst. Maar je kiest zelf voor je eigen vergrijzing: éminence grise oú simplicité fabuleuse... Denk ik dan?
Soms, staat een mens voor voldongen feiten. Op wie te stemmen? Bvb. Ik stem al jaar en dag op mijn blote voeten. Beste gok, als je ’t mij vraagt. Niets nieuws onder de zon. Weer. Keer op keer. Onbegrepen humor. Zo schreinend dat je soms spontaan zou beginnen schaterlachen. Om al de heisa voor dé verkiezingen. De hausse. De voorspellingen. De peilingen. De propaganda. De kommersie. De platvloersheid. Op welke partij kan je nu stemmen als je voor het afschaffen bent van alle reklamepanelen? Heb je al eens gezien hoe die stapel propaganda tientallen bomen telt? Hoe iemand ze persoonlijk velt? Uit ekonomiese overwegingen? Zuiver overleven in de moderne jungle? Laat iedereen zich persoonlijk voorstellen.
Op internet. Verbied al die lelijke panelen niet. Maar maak de alternatieven aantrekkelijker. Schaf de partijen niet af. Hef de deling en de verdeling integraal op. Geef alle mensen individuele vrijheid. Zelfbeschikkingsrecht. Een komplete winwin situasie. Een VNdiktatuur. Onbevredigend partituur. Verkapte stilte. Versneden groen. Orale drift. Niet niets. Niets. Dan vreugde. Dans.
Sja, waarom drogeert een mens zichzelf? Waarom is een klotevraag. Een klote vagina. De vagina kloten. Amen!
Muzikaal optreden
Het zat er al enige tijd aan te komen... Een liedje zingen. Al bij al, stelt het weinig voor. Je zingt gewoon. Dat heb ik dan gisterenavond gedaan bij de Sprekende Ezels. Ons jubileum stond in het tema ‘doe eens iets wat je normaal niet durft’. Ik met mijn gitaar het podium op. Als eerste dan nog. Waarom niet? Omdat een mens nu eenmaal moet durven inkrimpen. Al die sjit van je grenzen steeds te verleggen... Verwarring. Een wild pompend hart voordat je het podium opsluipt. Vibrato in je stem. Wat een boeiende aflevering. Lang leve de uitdaging. God zij dank dat we regelmatig uitgenodigd worden om eens iets anders te doen.
Stijn ge zijt geweldig dat ge ons met de Sprekende Ezels mee op avontuur neemt. Kunt ge u voorstellen dat we simpelweg in kaffee de Scene begonnen zijn met onze huistuinenkeukengedichjes? En dat we nu gevraagd worden om op de meest gekke plaatsen voor te dragen? Iedereen van de Ezels is volgens mij immens moedig. Dat we dat aan het doen zijn. Verbazend. Verbluffend. Mr. Bob Bitchin’. Een verloren gelopen trukker in Antwerpen? Stoffel hoe ben je ooit op die sketsj gekomen? Standup comedy leeft in Vlaanderen. Komt dat zien! We zijn een leuke bende... Een kreatief broeinest.
Melanoom hangt over België. De kanker zit overal: op de radio, bij de apoteker, in de vlekken op je huid. Een sensibiliseringskampagne, noemen we dat dan. Mijn gevoelige zintuigen die overal gebombardeerd worden met overinformasie. Twee derde van de eter zit vol met nieuws, schijninformasie, als je ’t mij vraagt. En verder, reklame voor het merendeel over sjitprodukten. Het beste afwasmiddel is een biologies. Maar pas op ’t moment dat jij en ik, de konsument bewust kiezen en dat spul massaal kopen, dan pas heffen die luitjes in die luie en logge multinasionals hun luie kont op om dat aan te pakken. Omdat ze het dan pas in hun verkoopssijfers voelen. Waanzin! Om over het overaanbod schijtmuziek nog niet eens te hebben.
mmmmmmmmmmmmmmmmmm
shared by : antistresspoweet
(... home / latest posts ...)
::: to the archives & index :::
::: to the lab :::
::: to the lab-archives :::
::: to the pics :::
happening
!!! BUSH LIES !!!
welcome too to:
www.straatsalaat.tk
www.streetsalad.tk
www.nnostress.tk
www.flikkers.tk
www.joyco.tk
www.keldergat.tk
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License.